Dochter Linda de Mol nu officieel een celebrity: ‘Bel m’n manager!’
Noa Vahle, de dochter van Linda de Mol, waant zich nu officieel een celebrity. Ze heeft daarom de manager van haar moeder in de arm genomen: Xenia Kasper. “Bel m’n manager!”
Je kunt je afvragen of Xenia Kasper na de bizarre briefjes van Linda de Mol vol emotionele diarree nou wel de juiste keuze is als manager – ze stond erbij en keek ernaar – maar Noa Vahle heeft er kennelijk veel vertrouwen in. De dochter van Linda heeft de sterrenstrateeg namelijk in de arm genomen om ook háár belangen te behartigen.
Noa heeft manager
Wilfred Genee vroeg haar gisterenavond in Vandaag Inside: “Heb je al een manager eigenlijk, Noa?”
Noa: “Sinds kort wel.”
Wilfred: “Wat heeft die manager tegen jou gezegd eigenlijk? Wat is het advies van jouw manager op dit moment? Wat is jouw carrièreplanning?”
Noa: “O, daar heb ik het helemaal niet zozeer over. Met mijn manager, bedoel je?”
Ja, nogal een suffe vraag van Wilfred. Als Noa een nieuw baantje wil hebben, dan gaat ze dat natuurlijk niet met Xenia overleggen, maar laat ze gewoon even de gouden kruiwagen van John en Linda voorrijden.
Beleefd nee zeggen
Waar heeft ze die Xenia dan wel voor nodig? “Ik heb meer – en dat klinkt nu ook allemaal heel serieus – dat als er heel veel aanvragen komen van dingen, dat het gewoon prettig is als iemand dan heel netjes nee zegt. Of wel of niet.”
Ah, Xenia is een veredeld antwoordapparaat. Die functie vervult Noa’s collega Sam Hagens liever zelf: “Ik weet zélf over alles wat er speelt!”
Alleskunner VIPS
Wilfred tegen Noa: “Wat voor aanvragen zijn dat dan?”
Noa: “Van: wil je meedoen aan dit of dat?”
Rutger Castricum: “Ja, natuurlijk. Zij krijgt natuurlijk allemaal uitnodigingen van De Alleskunner VIPS en al die ónzin.”
De Alleskunner VIPS is een programma van Noa’s oom. Al die ónzin van John, bedoelt Rutger dus.
Gekke fratsen
Wilfred: “Daar zeg je nee tegen? Dat kan toch niet!”
Jawel, besluit Noa. “Johan heeft na het WK gezegd: ‘Je moet geen gekke fratsen uithalen. Gewoon lekker je ding doen en niet in allerlei programma’s gaan zitten.’”