Hans Klok haalt stevig uit naar Efteling-personeel: ‘Net een sekte’

Hans Klok haalt keihard uit naar de jongens, meisjes, meneren en mevrouwen die bij de Efteling werken. Dat zijn volgens de illusionist behoorlijk rare types. “Het is echt net een sekte.”

Je kunt veel van Hans Klok zeggen, maar niet dat het geen harde werker is. Hij hoopte ooit internationaal door te breken, maar zijn Las Vegas-avontuur was één grote ellende. Nu staat hij, net als vroeger, in de kleinere zalen. Jaren geleden heeft hij zelfs maandenlang een heel seizoen lang meegedraaid in de Efteling.

Onmenselijk

Het was een hel, zegt Hans in de Nieuwe Revu. “Vier shows per dag deed ik in de Efteling, en in het hoogseizoen vijf. Zeven dagen per week. Op 1 april weet je dat je erste vrije dag in oktober is. Dat is onmenselijk, dan word je echt een machine. Ook omdat die show totaal computergestuurd was.”

Er was geen ruimte voor spontaniteit, vervolgt hij. “Als ik dan een leuk jongetje met het downsyndroom vooraan zag waar ik een moment mee had, ging het licht gewoon door en moest ik achter het licht aan hollen.”

Een sekte

Het erge aan optreden in de Efteling zijn vooral de buurtbewoners met een jaarkaart, aldus Hans. “Je had kinderen uit de buurt, uit Kaatsheuvel of Bergen op Zoom, die drie keer per dag naar de show gingen, en dan de tekst gingen voorzeggen. Dat haalde me enorm uit mijn concentratie.”

En die Efteling zelf dan? “Dat is echt een fantastisch park. Maar het is ook een sekte, net als Disney. Er werken daar mensen wier grote droom het is om te werken in de Efteling.”

Fanatiek

Oftewel: heel fanatieke types, aldus Hans. En daar word je volgens hem geen leuk mens van. “Als ze daar dan werken, dan zijn ze ook meteen de badmeester met het fluitje in de hand. Ik zette mijn auto altijd achter het theater, en de tweede dag had ik al een wielklem. Een Efteling-wielklem.”

Vreselijk, al die parkmedewerkers, vindt Hans. “Na een paar weken was ik echt in staat om die Efteling-kabouters omver te schoppen. Maar goed, ik ben er doorheen gekomen.”