Waarom trekt Cornald Maas op dansfeesten nooit zijn shirt uit?

We kennen Cornald Maas als de beheerste cultuurmeneer van de NPO, maar als de avond valt gaat hij los. Nou ja, relatief gezien. Want waarom trekt hij zijn shirt nooit uit op dansfeesten?

Cornald Maas heeft een ondeugende kant die weinig mensen van hem kennen. De presentator onthult in een groot interview met Trouw dat hij regelmatig dansfeesten bezoekt waar allerlei ‘gasten’ hun shirt uittrekken. Het boegbeeld van ‘Opium’ dat op een wilde vrijdagavond uit zijn plaat gaat bij La Demence? Wie had dat kunnen denken…

Het shirt van Cornald

Klinkt allemaal hartstikke wild, maar Cornald dan? Laat hij zijn tepels daar dan ook luchten? Nee. “Hoe je jezelf ziet, verandert in de kern denk ik nooit echt. Ondanks het succes dat je vergaart, blijf je wie je ooit was. Ik ben nog steeds die jongen die het van zijn geestdrift en verbale activiteit moet hebben en niet ­fysiek is ingesteld”, legt hij uit in Trouw.

Hij vervolgt: “Het is misschien wel de reden dat ik op dansfeesten nooit mijn shirt uittrek, wat veel van die gasten wel doen. Ik zou me kapot generen. Het is oude pijn: ik wil niet bekeken worden.”

30 seconden planken

Nou, wat jammer zeg. En dat terwijl Cornald hartstikke hard werkt aan zijn contouren. “Sinds corona heb ik een personal trainer. Ik ren altijd de trap op en af en fiets als een dolle door de stad. Toch dacht ik toen: ik moet gaan sporten, zodat ik minder in mijn hoofd zit en mijn conditie op peil houd.”

Wanneer was hij voor het laatst bij zijn personal trainer? “Maandag was ik nog bij hem, in zijn fysiotherapiepraktijk. Hij laat me planken, drie keer dertig seconden, dat soort werk. Ik weet nog dat ik na de eerste keer dacht: wat voel ik toch? Nou, dat was dus spierpijn.”

Paratyfus

Even terug naar dat halve minderheidscomplex van Cornald als het gaat om zijn fysieke gestel: waar komt dat precies vandaan? Nou, uit de koelkast. “Op mijn vierde kreeg ik paratyfus, waarschijnlijk door het eten van bedorven filet americain. Ook daarna had ik altijd wel iets. Ik was klein, pokdalig, niet-mannelijk en slecht in sport.”

Zijn broer was juist wel heel atletisch. “Dat ik zo in mijn hoofd ben gaan zitten, koppel ik vaak aan die tijd. Ik had toen al sterk het besef: als ik me niet op die terreinen kan kwalificeren, moet ik dat op andere wijze doen.”

Intellectueel

Ah, vandaar dat Cornald zo intellectueel is geworden. Tegenwoordig is hij professor op het gebied van Songfestival-zaken en dat had er zonder die filet americain misschien wel helemaal niet van gekomen.

Tot slot, nu we richting de verkiezingen gaan: wat vindt Cornald van alle tv-debatten? Het is niks, briest hij op X. “Op naar de verkiezingen in een campagnetijd waarin de woorden ‘kunst & cultuur’ überhaupt nog niet zijn gevallen. Onder andere van Pieter Omtzigt in dit opzicht (vooralsnog?) niets te verwachten.”