Art Rooijakkers oneens met Tina Nijkamp: ‘Wat een gezeur zeg!’

Art Rooijakkers is het niet eens met het pleidooi van onder anderen Tina Nijkamp om het geheimhouden van de lineaire kijkcijfers op te heffen. “Ik vind het een beetje gezeur eigenlijk.”

Het was jarenlang gemeengoed: elke ochtend werden iets na 7.30 uur de kijkcijfers van de avond ervoor gepubliceerd. Daar hebben de tv-zenders nu een stokje voor gestoken. Sinds dit tv-seizoen worden de scores pas na een week (!) gepubliceerd, als ze er allemaal uitgestelde kijkers bij op kunnen tellen, om het allemaal wat florissanter te laten lijken.

‘Heel goed idee’

Tina Nijkamp vindt het geheimhouden van de lineaire cijfers belachelijk. Tot dit seizoen werden immers zowel de lineaire als de uitgestelde kijkcijfers gepubliceerd, dus het is volgens haar puur een poging om de berichtgeving over televisieflops te sturen. Oftewel: een vorm van censuur.

Daar is Art Rooijakkers het niet mee eens. “Voorheen werden ze een dag later bekendgemaakt en nu pas na een week, omdat er zoveel uitgesteld gekeken wordt. Een heel goed idee”, zegt hij in de podcast Ramin in gesprek met.

‘Dit en dat’

Art vindt de kritiek van deskundigen als Tina nergens op slaan. “Er wordt nu een beetje moeilijk over gedaan door mensen van: ja, het moet publiek en het moet openbaar en dit en dat. Maar dat is het nog steeds. Het enige is dat het pas een week later komt en dat je dan een veel beter beeld krijgt van die kijkcijfers.”

Hij begrijpt niet waar die vrouw zich nou precies druk om maakt. “Ik vind het een beetje gezeur om eerlijk te zijn. Een beetje gezeik. Wie is er mee bezig?”

Voetbalcompetitie

Het is heerlijk dat showmedia nu flink wat minder munitie hebben, vindt Art. “Ik vond ook, om eerlijk te zijn, dat het ook een hele makkelijke manier is van content maken voor allerlei sites of krantensites. ‘Gisteren scoorde dit programma dat’, alsof het een voetbalcompetitie is.”

Hij ergerde zich daar vreselijk aan. “Dan gingen mijn ouders zeggen: ‘Nou, gisteren dat programma niet zo goed bekeken, hè?’ Niet eens over mijn programma. Dan zei ik: ‘Hebben jullie het gezien?’ ‘Ja.’ Ik zei: ‘Vond je het een mooi programma?’ Ja, vond ze eigenlijk wel mooi. ‘Wat maakt het dan uit voor jullie hoeveel mensen kijken?'”

‘Wat maakt het uit?’

Het zit Art duidelijk hoog. “Het is voor de zender belangrijk, voor de adverteerders, maar voor de kijker zelf toch eigenlijk niet? Wat maakt het uit? Ik vind het een beetje gezeur.”

Als het allemaal niets uitmaakt, dan kun je ze toch ook gewoon publiceren? Of vindt Art het gewoon vervelend als de media de volgende dag schrijven dat zijn programma zo slecht bekeken is? Waarschijnlijk dat laatste.

Özcan kritisch

Özcan Akyol, presentator van diverse programma’s op NPO 2, vindt het wél een gemis dat de kijkcijfers niet meer gelijk worden gepubliceerd. “Zowel makers als consumenten hebben geen flauw benul van wat momenteel goed scoort. Het is wachten op een totaalaantal dat een week later komt”, schrijft hij in het AD.

Dan is het volgens hem al te laat. “Daarmee zijn de urgentie en de competitie van televisie verwaterd.”