Leco van Zadelhoff hangt op na vraag over luie Leontine Ruiters
Leco van Zadelhoff hangt geprikkeld op als een journalist van Nieuwe Revu hem confronteert met de pittige geruchten over zijn muze Leontine Ruiters. “Hier gaan we het bij laten!”
Ze heeft een blauwe maandag bordjes omgedraaid in een televisiequiz en verder is haar cv leeg. Heel leeg. Kennelijk net zoals haar daginvulling. Yvonne Coldeweijer heeft onthuld dat Leontine Ruiters elke dag tot minstens 13.00 uur in haar bed blijft liggen en dat dát de reden was van haar breuk met miljonair John Huiberts, met wie ze nu weer samen is.
Bellen met Leco
Het is echt heel ongebruikelijk om als volwassen vrouw pas om één uur ’s middags je nest uit te komen. Het leidt nu zelfs tot speculaties over haar gezondheidssituatie. Tineke de Nooij wijst erop zij ook lang in bed ligt vanwege pijn aan haar onderrug en heup: “Als Leontine zich goed zou voelen, zou ze dit niet doen.”
Nou, nee. Die vrouw is gewoon lui, stelt Yvonne. Wat zegt foundationprofessor Leco van Zadelhoff ervan? Hij heeft een aantal vaste poedermuzes en Leontine is daar één van. Ligt die vrouw inderdaad elke dag tot één uur ’s middags in d’r bed? Heeft ze dan echt helemaal niks om handen? De Nieuwe Revu heeft hem even opgebeld.
‘Ik zeg niks!’
Als de Revu-journalist van dienst Leco aan de lijn krijgt, blijkt hij niet bepaald een spraakwaterval. “Ik hoop dat jullie begrijpen dat ik me hierover niet uitlaat. Ze is een van mijn beste vriendinnen, mijn muze en een van de leukste mensen die ik ken, dus dan laat ik me over dit soort dingen niet uit.”
Leco wil echt helemaal niets zeggen over deze juiceroddel van Yvonne. “Of ik me erover opwind? Je kunt je over zoveel dingen opwinden…”
‘Hier laten we het bij!’
Yvonne kan roepen wat ze wil, maar het maakt geen indruk op Leco. “Dat is het voordeel van ouder worden, op een gegeven moment wind je je niet meer zo op over dingen.”
Hij wil dus niet bevestigen of ontkennen dat Leontine vastgelijmd zit aan d’r kussen. “Sorry dat ik jullie niet verder kan helpen, maar hier laten we het bij.”
Tuut, tuut, tuut.