Sander Lantinga gaat he-le-maal los op Ruud de Wild: ‘Hij is zó zuur!’
Sander Lantinga is het helemaal zat met de aanhoudende kritiek van Ruud de Wild aan het adres van hem en zijn radiomaatje Coen Swijnenberg. “Hij is zó met ons bezig. Wees nou niet zo zuur man!”
Ruud de Wild heeft het nooit een plekje kunnen geven dat hij in 2015 werd ontslagen als de middagjock van Radio 538 om plaats te maken voor het duo Coen Swijnenberg en Sander Lantinga. Hij haalt sindsdien vrijwel onophoudelijk uit naar het radioduo. En nu ze moeten stoppen staat Ruud vooraan om te roepen dat de rek er inderdaad wel uit is.
‘Ruud is zó zuur!’
Sander vindt dit zó’n enorme trap na dat hij klaar is met het zwijgen over de sneren van Ruud. Hij ging vanmiddag in het programma De Perstribune he-le-maal los op zijn radiocollega. “Ruud de Wild… Over verzuurde dj’s gesproken, daar heb je er eentje! Die heeft er al zeven jaar lang nog steeds moeite mee dat wij ooit op zijn plek zijn gaan zitten.”
Het is zó flauw, vindt Sander. “In elk interview, dus ook nu weer bij Boulevard, haalt hij dit soort dingen aan. Terwijl, ja, over ‘de rek eruit’… Hij kan ook eens een keer naar zijn eigen programma kijken, weet je wel. Dat hij het zegt verbaast me daarom ook helemaal niets, want dat is gewoon waar hij voor leeft op sommige momenten.”
Sander gekwetst?
Voelt Sander zich gekwetst door Ruud? “Nee, het kwetst me niet, want je hebt natuurlijk altijd mensen die er iets van vinden en het is een onmogelijke opgave om honderd procent van de Nederlandse bevolking tevreden te stellen. Dat gaat gewoon niet.”
Hij vervolgt: “Alleen bij deze man denk ik: joh, gast, we hebben zeven jaar lang ons mond gehouden, Coen en ik, want in élk interview haalt hij ons wel weer aan.”
‘Wees niet zo zuur!’
Sander vindt het kinderachtig van Ruud. “Hij is daar zó verschrikkelijk mee bezig en zeven jaar lang reageren wij niet. Nou, nu vind ik het het moment om wél eens te reageren. Ik denk: wees nou niet zo zuur man, zo gaan die dingen toch gewoon?”
Vindt hij zelf dat de rek eruit is? “Inhoudelijk vind ik de rek er nog niet uit, nee.”
Fragment
Een fragment: