Songfestival massaal bekeken in IJsland en Zweden
Het Eurovisie Songfestival werd in mei vooral in IJsland en Zweden massaal bekeken. IJsland behaalde het hoogste marktaandeel met de finale, namelijk 95,5 procent, gevolgd door Zweden, het land van winnaar Måns Zelmerlöw, met 85,6 procent. Dat heeft organisator EBU bekendgemaakt. Het gastland Oostenrijk behaalde met de grote finale het hoogste kijkers in de afgelopen tien jaar. Er keken 1,7 miljoen Oostenrijkers naar de vier uur durende muziekshow, goed voor 60 procent aandeel.
Bijzonder dit jaar was het debuut van Australië, waar de show ’s nachts werd uitgezonden door het tijdsverschil. Toch keken er nog 5,7 miljoen mensen.
In totaal is het Eurovisie Songfestival in 40 landen door 197 miljoen mensen bekeken. Daarbij werd een gemiddeld marktaandeel van 40 procent neergezet.
Hoeveel mensen er per land kijken, maakt de EBU niet bekend. De landen met het hoogste inwonersaantal die meededen, zijn Rusland, Duitsland en Groot-Brittannië.
In Duitsland en Groot-Brittannië keken er 8,9 en 6,6 miljoen mensen. In Nederland trok de grote finale 2 miljoen kijkers.
Nog nooit eerder trok het Songfestival zo veel kijkers.