Wilfred Genee voelt zich niet vies na uitzendingen Veronica Inside
Wilfred Genee voelt zich niet vies na de uitzendingen van Veronica Inside, nu hij het programma vooral zegt te doen omdat hij contractueel niet anders kan. Dat heeft hij gezegd op BNR Nieuwsradio.
Na de discussie over de racismespecial van Veronica Inside wilde Johan Derksen eigenlijk uit het programma stappen, totdat John de Mol met zijn contract begon te zwaaien. De VI-dramaqueens maken nu weer net als altijd elke maandag en vrijdag een uitzending, al beleeft Wilfred Genee er naar eigen zeggen minder plezier aan dan voorheen.
‘BNR leuker dan VI’
Inmiddels stelt Wilfred zelfs dat hij zijn radioprogrammaatje op de vrijdagmiddag van nichezender BNR leuker vindt om te doen dan Veronica Inside, zijn hoofdbaan waarmee hij zeven ton per jaar binnenharkt. “Voel je je dan niet een beetje vies na afloop van zo’n uitzending?”, vroeg Gijs Groenteman hem op BNR.
Wilfred daarop: “Waarom denk je dat?”
Gijs: “Nou ja, omdat je dit zo zegt.”
Wilfred: “Nee, ik voel me niet vies. Ik doe gewoon mijn werk en daar word ik voor betaald.”
Tragisch
Op de vraag of Wilfred dat zelf niet tragisch vindt, antwoordt hij: “Het is niet met tegenzin, maar er is wel iets veranderd daardoor. Dat snap je wel, toch? Welke tragiek zit erin? Het is nooit een verplichting geweest, maar we hebben altijd al een rare relatie met elkaar gehad. We hebben een haat-liefde-relatie.”
Het steekt Wilfred vooral nog steeds dat hij tijdens de VI-rel als boeman werd neergezet. “Ik heb geleerd dat je soms aan beeldvorming niet zo veel kan veranderen, ook al probeer je iets naar eer en geweten te doen en denkt daar goed afspraken over te hebben gemaakt.”
Gek, toch?
Gast Teun van de Keuken: “Dus het lag aan de beeldvorming?”
Wilfred: “Nou, het was wel zo: we hebben afspraken gemaakt dat we het zo gingen doen en vervolgens werd het ontkend. Dat is natuurlijk wel een beetje gek als je met z’n allen afspraken maakt in Grolloo dat je mensen gaat uitnodigen en opeens weten mensen dat niet meer. Dat is best gek, toch?”