John de Mol: ‘Joop Atsma te belachelijk voor woorden’

Mediatycoon John de Mol vindt het ’te belachelijk voor woorden’ dat Tweede Kamerlid van de CDA Joop Atsma zich donderdagavond in Nova opnieuw druk maakte om De Gouden Kooi. De twee gingen op de finale-avond van het programma met elkaar in discussie. “Ik vind het oprecht te belachelijk voor woorden dat dit Tweede Kamerlid in een uitzending komt om over een show te praten, waarbij hij van ex-bewoners heeft gehoord dat ze dingen moeten doen die ze niet willen doen.”

Joop Atsma denkt dat het stoppen van De Gouden Kooi niet alleen de schuld is van de drukke sportzomer. “Als je echt heel veel kijkers trekt, dan trekt dat automatisch ook bedrijven aan die willen adverteren. Mijn conclusie is dat het toch een minder succes is dan werd gehoopt. Vorige zomer ging het programma ook tijdens de bouwvakantie wel door. In die zin denk ik dat het toch het teleurstellende resultaat is.”

“Toen het programma startte werd aangegeven dat het programma twee jaar zou draaien. Toen wist men ook al dat de Olympische Spelen en het voetballen in deze periode zouden worden georganiseerd. Het is kennelijk toch iets minder geworden dan is gehoopt. Dat vind ik geen verrassing. Het is een aaneenschakeling geworden van verbaal geweld, fysiek geweld tot en met aanranding. Het is een propagandashow geworden voor treiteren en pesten. Dat moet juist worden ontmoedigd.”

Bedenker van De Gouden Kooi John de Mol reageert geïrriteerd op deze uitspraken: “Nee, meneer Atsma heeft gelijk. Het was twee jaar bedoeld. Het is een flop, er kijkt niemand naar. Niemand wil het zien, dus ik geef meneer Atsma gelijk. Dan kunnen we misschien over naar een wat interessantere discussie.”

Joop Atsma spreekt met oud-bewoners

Joop Atsma zegt met oud-bewoners van De Gouden Kooi te hebben gesproken. “Ze wilden een aantal dingen kwijt, onder andere over de gang van zaken in het huis. Ze hebben verteld onder welke condities ze naar binnen zijn gehaald en wat ze moesten tekenen. Ik heb het idee dat er sprake is geweest van drang om dingen te doen. Drang vanuit de redactie, door de regisseur. Misschien wel door de heer Mol zelf. Het beeld werd opgeroepen dat het spontaan is. Ik kreeg het beeld dat er nadrukkelijk werd gestuurd in de handelingen die moesten worden verricht en de dingen die moesten worden gezegd. Als het niet heftig genoeg was, werd een tandje bijgezet.”

“Ik moet meneer Atsma echt een heel groot compliment maken“, reageert John de Mol. “Ik was al een fan van meneer Atsma, maar na wat hij nu gezegd heeft, wil ik vragen om voorzitter van zijn fanclub te mogen worden. Wij hebben twee jaar geleden dit programma gepresenteerd aan de Nederlandse pers, waarin wij open en bloot hebben aangegeven wat voor soort programma we wilden maken. Het streven was een soap met echte mensen te maken, waarbij wij achter de schermen bepaalde ontwikkelingen en verhaallijnen gingen aansturen. Dat heeft in alle kranten gestaan. Dat is overal openlijk gezegd, want dat is het format van het programma.”

“Ik vind het buitengewoon knap van meneer Atsma dat hij daar twee jaar later ook achter is gekomen. Verder ben ik heel benieuwd welke ex-bewoners uiteindelijk denken na een avontuur in De Gouden Kooi denken: ‘Weet je wat? Ik ga Joop Atsma bellen’. Dat is de eerste die in me opkomt, denk ik ook. Namen zullen er wel weer niet komen, maar het leuke is meneer Atsma: alle ex-miljonairs waar u het over heeft zijn allemaal ingegaan op de uitnodiging om hier de eindavond te komen vieren. Dat hebben ze echt zonder dwang gedaan. Ik vind het verhaal te belachelijk om deze kostbare zendtijd aan te besteden.”

Joop Atsma nam een contract van De Gouden Kooi mee, waarin staat dat deelnemers een boete van 50.000 euro krijgen als zij over de gang van zaken praten. John de Mol: “Meneer Atsma mag nu de namen worden en dan verklaar ik bij deze dat deze mensen geen last zullen hebben van deze clausule, die overigens in élk contract in élk realityprogramma – ik geloof zelf bij een simpele quiz als Lingo getekend worden. Dus u heeft wederom de ontdekking van de eeuw gedaan.”

‘Zeventig procent wil geen Gouden Kooi’

Volgens Atsma is men De Gouden Kooi zat. “Het is niet voor niets dat zeventig procent van de Nederlanders zegt dat ze dit type programma’s eigenlijk niet willen.”

John de Mol vindt dat argument nergens op slaan. “Ik wil daarop reageren. Zeventig procent zegt het programma niet te willen? Als je kijkt naar de democratie, dan kan je zeggen dat tachtig procent van Nederland het CDA niet wil. Maar twintig procent wel en die worden gerespecteerd. En zo zou het ook met die dertig procent moeten zijn. De afgelopen week hebben toch 1,2 miljoen mensen naar dit programma gekeken, waar u kennelijk even aan voorbij gaat meneer Atsma.”

Joop Atsma: “Vindt u het echt normaal dat je mensen elkaar klappen laat geven, je aanzet tot alle mogelijke dingen die je in de samenleving niet willen? Dat je daar je geld in steekt, vindt u dat normaal?”

“Hallo, mag ik nu ook even?“, onderbreekt John de Mol. “Want u bent nu uitgepraat denk ik. U moet eens een keer uit uw Haagse torentje komen en eens een keer begrijpen wat op straat gebeurt. Daar zit u denk ik te ver vanaf. Ik hoop echt – dat is hetgene wat ik echt even kwijt wil – dat de andere 149 kamerleden in dit land zich met zinnigere dingen bezighouden dan zich druk maken over een televisieprogramma. Er zijn veel grotere problemen in dit land die uw aandacht en energie vinden.”

Joop Atsma: “Dit is ook een onderwerp waar veel mensen over spreken. Als u zegt: ‘Ik vind het normaal dat je mensen aanzet tot dingen die in het dagelijkse leven niet zouden moeten en kunnen, zoals aanrandingen.”

John de Mol: “Meneer Atsma. Ik ben geen politicus, maar u moet me geen dingen in de mond leggen. Ik vind het echt niet te geloven. Laat ‘ie zich druk maken om de dingen die dit land echt nodig heeft en niet dit.”