‘Succes Hello Goodbye zit in de aanpak’

Het NCRV-programma Hello Goodbye, waarin Joris Linssen (foto) op zoek gaat naar de verhalen achter het nemen van afscheid en hereniging op Schiphol is een internationaal succes. Producent BlazHoffski verkocht het tv-programma reeds aan landen als Australië, België, Noorwegen, de Verenigde Staten en Brazilië. Maar ook in landen als Rusland en Slowakije komt het programma binnenkort op de buis. Overal ter wereld reageren reizigers hetzelfde, vertelt Dan Blazer van BlazHoffski in de GPD-bladen.

Dan Blazer: “De Belgen stonden, nadat ze een dagje met ons hadden meegelopen op Schiphol, versteld hoe openhartig en ongegeneerd passagiers en ophalers bij ons hun verhaal deden. Ze werden een beetje bang: ‘zijn Nederlanders niet veel mondiger dan Belgen?’. Ik kon ze daar geen antwoord op geven. Maar op Zaventem bleek weer dat er overal hetzelfde wordt gereageerd. Ik heb nog nooit op één dag zoveel huilende Belgen gezien! En ook in het mediagenieke Amerika, waar iedereen zo goed zijn gevoelens kan formuleren, waren de meeste geïnterviewden zich snel niet meer bewust van de camera.”

Hello Goodbye is ondanks het internationale succes een simpel format. “Dat klopt. Maar het zit’ m ook in de aanpak. De Amerikanen wilden het programma eerst draaien met drie camera’s, met die grote budgetten is dat daar geen probleem. Maar dan werkt het niet, je moet dit klein houden. Met maar één geluidsman, één cameraman. Er loopt op Schiphol één redacteur rond, die her en der mensen aanschiet. Als hij een goed verhaal hoort, staat Joris er na twee minuten bij zodat de geïnterviewden het kruit niet al verschieten. En het programma werkt naar een climax toe. De kijker hoort een verhaal, en wil weten hoe het afloopt. Die nieuwsgierigheid wordt elke keer weer bevredigd, er volgt altijd de ontmoeting of het afscheid.“