Linda de Mol schrok van schunnige grap Johan Derksen

Linda de Mol schrok zich een hoedje toen ze in maart naar de voetbatalkshow Voetbal International keek. Ze zag een oud fragment voorbijkomen waarin ze in bad zat met Viggo Waas. “Het was wel leuk geweest als ze gewoon spontaan zo’n grote harde kutscheet gelaten had“, zei analist Johan Derksen daarna. In haar blad komt De Mol nu terug op deze veelbesproken uitspraak. “Ik bevroor thuis op mijn bank, want als het over jou gaat is het toch ineens een stuk minder leuk, moet ik zeggen.“

De Mol vond het een schunnige opmerking. “Dat woord. Gadverdamme, een kutscheet. Het klink niet erg charming en het allerergste: tot mijn grote ergernis had ik er, echt waar, nog nóóit van gehoord. Ja, natuurlijk kon ik wel bedenken wat het was. Inmiddels weet ik het precies: een flatus vaginalis, een geurloze lucht die ongewenst met veel geluid vrijkomt tijdens het bedrijven van de liefde. Gelukkig nog nooit meegemaakt, lijkt me heel gênant, maar waarom is dát nou uitgerekend de associatie die ‘mijn Johan’ bij mij heeft?”

Derksen kreeg thuis moeilijkheden met zijn grap. “Mevrouw Derksen was not amused, las ik later. Ze had haar echtgenoot thuis flink de les gelezen en dat deed me deugd. Toch een stukje vrouwensolidariteit. Ik snap het ook wel, dat zij die opmerking niet leuk vond, want je denkt toch meteen dat dit soort knettergeluiden regelmatig klinken in het echtelijk bed van de Derksens. Hoe komt die man er anders op?”

De RTL 4-ster had nog niet eerder op de uitspraak van Derksen gereageerd. “De redactie van Shownieuws belde direct: of ik voor de camera wilde reageren op de grove opmerking van Johan Derksen? Nee, natuurlijk niet.”

Overigens is De Mol fan van Derksen. “Ik heb een zwak voor hem. Ik moet om hem lachen en vind het leuk dat hij gewoon zijn sigaar blijft paffen en zo heerlijk maling heeft aan de alfamannetjes van het voetbal“, schrijft ze. “Als Willem van Hanegem serieus oppert dat Feyenoord zijn middelmatige spelers moet wegdoen, zegt Johan droog: ‘Ze moeten er nog wel elf overhouden, Willem.’“