Jack van Gelder: ‘Tien maakt een slecht programma’

Jack van Gelder sloeg het aanbod om chef sport te worden bij televisiezender Talpa twee jaar geleden af. Het betekende tevens het einde van de goede vriend- schap die de sportpresentator onderhield met Talpa-baas John de Mol. “Bij mij zit vriendschap dieper. Maar naarmate het verder achter me ligt, krijg ik ook iets van: jammer dan. Ik vind het nog steeds jammer, want… ach, laat ik er maar niets over zeggen“, aldus Van Gelder deze week in een interview met de NCRV Gids.

Van Gelder: “Ik zou nog wel eens een keer met hem willen praten, gewoon met de poten op tafel. Zeggen: daar en daarom heb ik het niet gedaan. En je ziet nu ook dat ik gelijk heb gekregen. Ze maken gewoon een slecht programma. Er zit geen gedachte achter. Er is geen samenwerking tussen presentator, eindredacteur en de verslaggevers. Dat voorzag ik en ik vind het dan flauw dat je ruzie krijgt.”

Financieel zou sportpresentator Van Gelder er flink op vooruit zou gaan als hij de overstap naar Talpa – nu Tien – maakte. “Matthijs van Nieuwkerk en ik zijn de enigen die nee hebben gezegd tegen Talpa. Ik zou bij Talpa vijftig procent meer gaan verdienen dan bij de NOS. Daar zeggen en schrijven de mensen die me zo graag Cheque van Gelder noemen niets over. Die bijnaam heb ik trouwens zelf bedacht, toen ik in mijn schooltijd penningmeester was op het Spinoza-lyceum.”

De NOS is van essentieel belang geweest voor Van Gelder, zegt hij. “Ik zit nu sinds 1995 bij Studio Sport en ik heb hier nog steeds een heel vreemd gevoelsleven. Ik vind dat ze verreweg de beste ploeg hebben, dus wat dat betreft is het perfect werken daar. Daarom heb ik ook voor de NOS gekozen en niet voor Talpa. Maar wat ik mis, met name de laatste tijd, is het gevoel van: met elkáár. Dat komt natuurlijk omdat we erg groot zijn geworden. Maar ik vind het wel jammer.”

Van Gelder ziet in zijn jongere collega’s geen bedreiging. “Ze moeten eerst bewijzen dat ze beter zijn en voorlopig vind ik dat ze dat nog niet bewezen hebben. (..) Ik vind dat ze een geweldige achterstand hebben op het gebied van omgaan met mensen en in het hebben van allerlei contacten. Dus telefoonnummers, praten met mensen buiten de wedstrijd om. Ik heb toch het idee dat dat bij de generatie die eraan komt, veel minder leeft. Het kan door de werkdruk komen, maar ik verbaas me er wel over.“