Nieuwsuur was al op zoek naar nieuwe presentator

Nieuwsuur was door het overlijden van invaller Joost Karhof al op zoek naar een nieuwe presentator. De reeds gedane research helpt behoorlijk nu ook Twan Huys straks niet meer beschikbaar is. Dat heeft hoofdredacteur Joost Oranje gezegd op NPO Radio 1. Huys doet Nieuwsuur nog een paar maanden en dan gaat hij zich volledig toeleggen op het vervangen van Humberto Tan bij RTL Late Night. Tan blijft tot juli aan, Huys start in het najaar. Nieuwsuur heeft nu dus een vacature.

Over de opvolging wil Oranje nog niet veel zeggen. “Het is evident dat we daar goed naar kijken en daar goed over nadenken.  Ik ga er niets over zeggen, echt niet. Dat is ook geen ja. Ik zeg: ik zeg er niets over.”

Binnen zeer korte tijd verliest Nieuwsuur twee van de vier presentatoren. “Joost was een van onze invallers. We hebben twee invalpresentatoren. Het overlijden van Joost is tot nu toe de zwartste bladzijde in de geschiedenis van Nieuwsuur. Dat heeft een enorme impact gehad.”

Er werd al gezocht naar een vervanger van Karhof. “We hebben de afgelopen maanden niet stilgezeten en zijn ook daarover aan het kijken. Nu komt dit voorbij en het is fijn dat we daarom wat inzicht hebben op het veld. We gaan het zo goed mogelijk invullen.”

Komt er een tweede vrouwelijke anchor naast Mariëlle Tweebeeke? “Het zou zomaar kunnen. We gaan ons best doen.”

Hoe dan ook baalt Oranje flink. “Het is natuurlijk een enorme aderlating voor ons. Twan is op en top journalist. Echt een journalistiek dier met veel ervaring. Ook met presenteren. Hij doet het twaalf jaar als je ook NOVA meetelt. Daarmee word je echt een anker. Als zo’n kans voorbijkomt en iemand pakt dat, wat begrijpelijk is, dan is dat voor ons vervelend en jammer. We zullen hem missen.”

Huys neemt de eindredacteur van Nieuwsuur mee. “Ik snap dat ook wel, want ze moeten daar een heel nieuw programma ontwikkelen en uit de grond stampen. Zo gaat het nu eenmaal in deze wereld. Wij bij Nieuwsuur hebben ook mensen van RTL aangetrokken. Mariëlle Tweebeeke zelf bijvoorbeeld. Het gaat heen en weer.”

Foto: NTR, Stefan Heijdendael