Claudia de Breij krijgt kritiek van Rob Goossens: ‘Zelfmedelijden!’
Claudia de Breij krijgt een draai om haar oren van Rob Goossens. De tv-kenner van RTL Boulevard ergert zich aan de klaagzang in haar oudejaarsconference. “Ze zwelgt in zelfmedelijden!”
De rel over het wangedrag van Matthijs van Nieuwkerk bij De Wereld Draait Door kwam deels ook op het bordje van zijn goede tv-vrienden Claudia de Breij en Marc-Marie Huijbregts terecht. Waar ze normaal gesproken vooraan staan met het geven van hun mening, waren ze over de angstcultuur bij DWDD opvallend stil.
Onsportief
Claudia klaagde zaterdagavond in haar oudejaarsconference dat de media zo achter haar mening aan zaten. Ze speelde een telefoongesprek na met een talkshowredacteur en liet haar ergernis over zijn vragen duidelijk blijken.
Onsportief, vindt Rob Goossens het. “Ze begon een soort van klaagzang over een redacteur van een talkshow die haar gebeld zou hebben met verhalen en vragen waarvan je denkt: nou, de helft sta je hier ter plekke uit je duim te zuigen. En die klaagzang… Het leek wel alsof zij het allergrootste slachtoffer van de situatie was”, zegt hij in RTL Boulevard.
‘Net Linda!’
Rob vindt het geklaag van Claudia ongepast. “Ik dacht: het is bijna een column van Linda de Mol. Het zelfmedelijden dat eruit bleek! Terwijl ik het helemaal niet gek vind dat zij vragen krijgt over De Wereld Draait Door.”
Het is logisch dat de media naar de mening van Claudia vragen, zegt hij. “Zij heeft haar hele carrière en zeker het feit dat ze deze conference mag doen te danken aan het feit dat ze bij De Wereld Draait Door zo’n groot podium heeft gekregen.”
Niet grappig
De oudejaarsconference van Claudia was niet goed genoeg, vindt Rob. “Ik vond het niet per se grappig en ik denk dan wel: je huurt een cabaretière in voor een oudejaarsconference en dan mag er ook een beetje gelachen worden.”
Ook over die van Guido Weijers is hij niet enthousiast. “Ik vond ze allebei toch wel saai, voorspelbaar en binnen de lijntjes. Dat ze eigenlijk allebei wel heel erg de platgetreden paadjes bewandelden vind ik wel jammer.”