Op1 beledigt Astrid Joosten, tv-ster behoorlijk pissig: ‘Heel lullig’
Astrid Joosten vindt de manier waarop haar Op1-duoschap met Paul de Leeuw ten einde is gekomen niet prettig. Sterker nog: ze is er flink ontstemd over. “Dat ging heel erg lullig.”

Het was eind 2020 een grote verrassing: Astrid Joosten en Paul de Leeuw werden geïntroduceerd als het nieuwe vrijdagduo van Op1. Het leek allemaal nergens op; ze pasten totáál niet bij een serieuze talkshow, en na een half jaar was het dan ook klaar voor de twee. Voor Paul was dat prima: al na de kabinetsval voelde hij zich er niet meer thuis.
‘Erg lullig’
Astrid kijkt er met sombere gevoelens op terug. “Paul de Leeuw en ik waren een soort experiment”, legt ze uit in de VARAgids. “De bedoeling was een vrolijke vrijdagavondshow te maken met een… euhm… wat afwijkend duo. Totdat we na een half jaar uit de krant hebben moeten vernemen dat ze met ons wilden stoppen. Dat ging erg lullig allemaal.”
“Vooropgesteld: ik vond het heel erg leuk om te doen. Maar uiteindelijk heeft het format van Op1 ertoe geleid dat je als presentator heel weinig te vertellen hebt. Het is een machinerie die doorloopt en waarbij je als presentator slechts de uitvoerder bent. Daarbij is één dag per week te weinig voor een duo.”
Stempel drukken
Bij een eigen talkshow kan je als presentator kijken welke onderwerpen dicht bij je liggen, aldus Astrid. “Hoe je kan excelleren, waar je een stempel kan drukken. Bij Op1 is dat eigenlijk onmogelijk.”
Wat vond ze het leukst aan Op1? “Wat ik misschien het allerleukste vond, waren de gesprekken met politici. En dan vooral de gesprekken ná de show. Sommige politici gingen meteen naar huis, anderen bleven plakken, zoals Femke Halsema, Sigrid Kaag, Gert-Jan Segers en Wouter Koolmees. Vooral Koolmees bleef heel lang hangen.”
Wijntje erbij
Pas dán werd het leuk, aldus Astrid. “Wijntje erbij, even buiten een sigaretje; dan vinden de leukste gesprekken plaats. Dan zie je ook goed welke politici intrinsiek gemotiveerd zijn iets te bereiken en welke politici het als ‘een baantje’ beschouwen.”
Waar praatte ze dan over? “Waar je het dan over hebt, breng je natuurlijk niet naar buiten. Daar gaan ze echt vanuit en dat vertrouwen beschaam je ook niet. Of ze ook naar mij vragen? Ja, ook wel. De één meer dan de ander, haha.”