Hans Klok haalt stevig uit naar Özcan Akyol: ‘Hij is geen A-ster’

Hans Klok haalt stevig uit naar Özcan Akyol. De illusionist denkt dat de presentator gewoon jaloers is op BN’ers die het afgelopen jaar tonnen hebben verdiend met reclames voor gokbedrijven.

BN’ers zullen we niet meer zien in gokreclames. De overheid heeft dat aan banden gelegd en daar is Hans Klok niet blij mee. Hij verdiende er behoorlijk lekker mee. Özcan vindt het wél een goede zaak. Hij hekelt sterren die ‘in inferieure reclames van bedenkelijke bedrijven figureren’.

‘Eus is jaloers!’

Hans denkt dat Özcan een jaloerse man is. “Ik denk dat Eus er zelf niet voor gevraagd wordt en gewoon jaloers is omdat hij niet bekend genoeg is. Voor grote reclames vragen ze alleen maar A-namen”, lacht hij in de Weekend.

Özcan richtte zijn kritiek in het bijzonder op Ellie Lust. Daar is Hans het dan wel weer mee eens. “Daar kan ik deels wel inkomen. Bij Ellie is het lastig, ze heeft een sociale positie in de maatschappij. Zij staat voor orde, dat mensen zich aan de wet houden. Dus een gokreclame past niet zo bij haar.”

‘Het is onzin’

De kritiek van Özcan is verder vooral onzinnig, vindt Hans. “Ik vind het onzin, je krijgt er gewoon een hoop geld voor. Ik ben een liveperformer en compleet zelfstandig. Ik zit niet vast aan een SBS 6, RTL of NPO. Als ik een commercial aangeboden krijg, dan krijg ik daar zóveel geld voor, daar kun je niet tegenop werken.”

Hans loopt tonnen mis nu hij geen reclame meer mag maken voor TOTO. “lk krijg ongeveer een ton per keer om er reclame voor te maken. Zonde dus! Ik vond TOTO ook wel bij me passen, want Las Vegas hangt toch aan me. Ik vind het een vrij logische stap.”

Terugstorten?

Eén ding is zeker: Hans gaat er geen cent van terugstorten. “Ik begrijp echt wel dat de regering het ons nu verbiedt, maar nogmaals: had dat dan meteen aangegeven. TOTO heeft dat geld immers al aan iedereen betaald.”

“En ik denk niet dat Kim Feenstra, Wesley Sneijder, Andy van der Meijden, Hans Klok en consorten dat nu ineens terug gaan storten. Ik in elk geval niet.”