Jeroen van der Boom vindt zijn zoon geen nepobaby: ‘Hoezo dan?’
Jeroen van der Boom vindt zijn zingende en dansende zoontje Luuk geen nepobaby. Hij stelt dat zijn zoon niet teert op zijn bekende achternaam. “Hij zit zelfs op de Herman Brood Academie.”

Het is ongelooflijk hoeveel nepobaby’s er opeens loslopen: je knippert even met je ogen en er is er weer één. Gisteren trad de zoon van Paul de Leeuw op in de talkshow van Johnny de Mol, en dat is slechts een van de velen. Ook Jeroen van der Boom heeft er eentje rondlopen: zijn nepobaby Luuk zingt en danst en wil ook bekend worden.
‘Nepo? Nee!’
De Weekend vraagt aan Jeroen of hij zijn zoon ook een nepobaby vindt. “Vaak wordt beweerd dat het succes van kinderen-van aan hun achternaam te danken is. Dat het komt doordat ze zogeheten ‘nepobaby’s’ zijn. Denk jij dat het voor Luuk makkelijker is om door te breken omdat jij zijn vader bent? Of juist moeilijker?”
Jeroen vindt het niet terecht dat zijn zoon een nepobaby genoemd wordt. “Men zegt dat vaak, maar hoe kunnen wij dat meten? Kijk, het heeft voor- maar ook nadelen en die gaan voor mij gelijk op. Luuk wil het overigens allemaal zélf doen.”
Herman Brood
Volgens Jeroen is zijn zoon helemaal geen nepobaby. “Luuk doet zijn eigen ding op zijn eigen manier. Hij is achttien jaar en weet heel goed wat hij wil.”
Hij vervolgt: “Ik ben vooral een betrokken vader. Hij zit nu op de Herman Brood Academie, daarvoor moet je aangenomen worden. Je komt daar niet zomaar binnen van: ‘Jeroen van der Boom heeft gebeld, zijn zoon moet erop.’ Het is maar goed ook dat dat niet zo werkt.”
Ik word zanger
Het is allemaal op eigen kracht, aldus Jeroen. “Als je besluit te gaan zingen zonder opleiding en denkt: ik word zanger, net als mijn vader, of zomaar iets inzingt met het idee: mijn vader zingt ook dus ik doe het maar, dan vind ik dat toch echt een ander verhaal. Luuk heeft een gedegen dansopleiding gevolgd bij Lucia Marthas.”
Dat is een bekend instituut voor dans, acteren en zang. “Daarna heeft hij zijn havo afgerond en vervolgens is hij tot de Herman Brood Academie toegelaten, met ongeveer vijftien andere studenten. Hij wil het zélf kunnen en produceren. Je hoeft hem niet een liedje te geven, hij maakt het zich eigen.”