Martine van Os (66) flink pissig, snauwt kassaknul Albert Heijn af

Martine van Os is op televisie altijd de vriendelijkheid zelve, maar bij de zelfscankassa verandert ze in een nijdige en onhebbelijke oude vrouw. “Ik word er echt heel erg boos van.”

Willekeurige controles zijn onlosmakelijk verbonden aan de zelfscankassa. Logisch, maar sommige mensen beginnen te zuchten en te steunen als een kassamedewerker op hen af komt lopen. Alsof zij er wat aan kunnen doen. Martine van Os is er ook zo een: in plaats van vriendelijk naar de kassaknul te glimlachen, begint ze dan héél erg te klagen.

‘Geef mij de cassières!’

Het lijken vooral oudere mensen die dit geen plekje kunnen geven. Zo briest journaalbekendheid Gerri Eickhof op X: “Dat gecontroleer bij de zelfscan bij de firma Heijn begint me nou echt wel de keel uit te hangen. Het gebeurt steeds vaker en met steeds meer boodschappen. Geef mij de caissières maar weer.”

En Tijd voor MAX-ster Martine van Os sluit zich daar nu bij aan. Zij zegt in de talkshow Van Roosmalen & Groenteman: “Ik zal je vertellen: ik ben eigenlijk heel blij dat je dit aankaart, want wat mij nou overkwam… Afgelopen zondag ging ik nog even naar Albert Heijn, ik was niet helemaal lekker en ik wilde snél nog even boodschappen doen.”

Snelscankassa

Martine had geen zin in een rij bij de kassa. “Dus ik dacht: ik doe dat ding… De zelfscan. Ik kom aan bij waar ik het moet afrekenen en toen komt er een jongen naar me toe en die zegt: ‘Even controleren.’ Toen moesten ál die boodschappen er weer uit. En toen zei ik tegen mijn echtgenoot: ‘Hè… Denk je even snel iets te doen…’”

Wéér zo’n zeurende seniore, dacht de kassaknul. “En toen keek die jongen me aan en die zei: ‘Dit is een zélfscankassa, geen snélscankassa.’”

‘Heel erg boos!’

Nou, Martine liep direct helemaal groen aan. Kwáád dat ze was. “Ja, ik werd er heel boos van”, aldus de MAX-hulk.

Gastheer Gijs Groenteman: “Ja? Waarom?”

Martine: “Ja. Ik ben eigenlijk heel vriendelijk, hè, dat weet je en ik keek die jongens ineens aan en ik zei: ‘Ik had het tegen mijn mán.’ Nou, dat krijg je ervan!”