Jan Keizer kotst op Volendam-basher Maarten van Rossem: ‘Bah’
Jan Keizer, bekend van de vroegere Volendamse band BZN, heeft zich flink op de kast laten jagen door Maarten van Rossem. Hij vindt dat het tv-jurylid respectloos over zijn dorp praat.
Het zint Jan Keizer totaal niet dat zijn geliefde Volendam een bepaald imago heeft. Hij vindt dat heel veel kritiek is gebaseerd op vooroordelen en dat moet volgens hem een keertje ophouden. Een grapje hier en daar kan hij wel hebben, maar het gaat te ver als iemand als Maarten van Rossem gewoon puur gaat bashen, vindt de zanger.
Boos op Maarten
Jan wijst bijvoorbeeld op Theo Maassen, die ooit een gevoelige grap maakte over de Volendamse cafébrand. “Een avond waarop ook ik familieleden ben verloren. Het zou wat anders zijn geweest als hij dat, bij wijze van spreken, een week na de ramp zou hebben gedaan, omdat het dan nog wat gevoeliger ligt. Maar nu, ach, hij mag van mij z’n gang gaan.”
Hij vervolgt in de Nieuwe Revu: “Als cabaretier is het ook een beetje je taak om tegen heilige huisjes aan te trappen, nietwaar? Hij is een slimme man, prettig gestoord en goed in zijn teksten. Liever dat, dan die vervelende Maarten van Rossem die het in De Slimste Mens alleen maar heeft over ons ‘achterlijke dorp’.”
‘We zijn niet achterlijk’
Volendam is volgens Jan helemaal niet achterlijk. “Tuurlijk, er wonen hier genoeg zwakkelingen, maar evenzoveel toppers. Zo hebben we de meeste actuarissen van Nederland en zijn er flink wat voetballers van hier in het Nederlands elftal terechtgekomen. Wij Volendammers zijn ontzettend streberig en willen koste wat kost onze doelen behalen.”
Er wonen in het dorp ook veel zangers, waaronder zijn oud-BZN-maatje Anny Schilder. Hoe vaak zien ze elkaar nog? Nauwelijks, bekent hij in de Weekend. “Nee, weet je wat het is, zij woont helemaal aan de andere kant van het dorp. Als ze jarig is, bel ik haar even.”
In de supermarkt
Het verwatert toch weer, bekent Jan. “Zo gaat dat. We zijn heel goed met elkaar, met iedereen ben ik overigens goed tegenwoordig. Maar we zien elkaar niet veel.”
Het is volgens Jan zoals het is. “Als ik Carola Smit in de supermarkt tegenkom, staan we weer een half uur te praten, weet je wel. Dat is dan heel gezellig.”