Johan Derksen is er klaar mee: ‘Steenrijk Straatarm gaat te ver’

Johan Derksen is helemaal klaar met het SBS 6-programma Steenrijk Straatarm. Hij vindt dat dit soort armoede-amusement anno 2022 helemaal niet meer kan. “Ik kijk daar niet prettig naar.”

© SBS 6

Het programma Steenrijk Straatarm zorgt regelmatig voor discussie bij kijkers. Elke aflevering ruilen twee families met een volledig tegengesteld welstandsniveau een week lang van huis, budget en dagelijks leven. Deze week zat er een rijk koppeltje in de show dat met hun pocherige gedrag voor walging zorgde bij kijkers.

Onprettig gevoel

Johan Derksen is er ook he-le-maal klaar mee. Hij vindt dat dit soort televisie anno 2022 eigenlijk helemaal niet meer kan. “Ik weet niet hoe de kijkcijfers zijn, maar ik krijg er een heel onprettig gevoel bij, want het is heel onrechtvaardig tegenover ouders die hun kinderen alles willen geven, maar dat niet kunnen”, zegt hij in Vandaag Inside.

Het stoort Johan vooral dat arme mensen als een soort circusaapjes mogen rondkijken in een luxeleven, om daarna weer terug te keren naar hun armoedige bestaan. “Die kinderen komen in een wereld die ze helemaal niet kennen. Ik vind dat niet prettig kijken en wie doe je daar een plezier mee om heel arme mensen plotseling in rijkdom onder te dompelen?”

‘Dit is pijnlijk’

Eigenlijk is het gewoon hoogst onsmakelijk, vindt Johan. “Ze weten van tevoren dat het na een week weer is afgelopen en dat ze dan weer naar de voedselbank moeten.”

Kan hij zijn idool John de Mol daar niet op aanspreken? “Talpa heeft zoveel programma’s waarvan ik denk: waarom hebben jullie die? Als ze dan scoren, dan kan dat een reden zijn, maar ik vind dit pijnlijk ten opzichte van arme mensen.”

‘Ja, bah’

Johan leeft mee met de ‘arme’ deelnemers. “Een week lang hebben ze voldoende geld en kunnen ze naar ieder dierenpark en de Efteling met de kinderen wat nooit kan, maar kijk: dat is dan leuke tv om die euforie in beeld te brengen, maar achter die euforie gaat eigenlijk heel veel verdriet schuil.”

René van der Gijp is het daar helemaal mee eens. “Ja, bah.”