Ook dochter Linda de Mol boos op VanMoof: ‘Wat een kloteding’
Noa Vahle, de dochter van Linda de Mol, kan zich goed vinden in de ergernis en woede die er heerst rondom het noodlijdende Amsterdamse fietsenmerk VanMoof. “Wat een kloteding.”
De hoofdstedelijke fietsenproducent VanMoof staat op het randje van het faillissement, maar heeft volgens het NRC ‘eigenlijk altijd problemen gekend’. “Klanten met een kapotte fiets moesten soms maanden wachten op reparaties — als het überhaupt al lukte om een afspraak te maken”, aldus de krant.
Luxe fietsen
Noa Vahle, de rijkeluisdochter van Linda de Mol die een miljoenenappartement in de Amsterdamse grachtengordel heeft gekregen van haar moeder, hoort bij de groep van boze VanMoof-klanten.
Het fietsmerk kwam gisterenavond ter sprake in De Oranjezomer. Presentatrice Hélène Hendriks: “Er is een heel groot probleem in de grachtengordel, dat weten jullie, hè? Hoe moeten ze daar nog gaan fietsen? Het is ongelooflijk. VanMoof is in één keer groot in het nieuws. Dat zijn van die luxe grachtengordelfietsen.”
Kloteding
Noa heeft ook zo’n luxe fiets van 3.500 euro. Wat is er zo bijzonder aan? “Nee, het is echt een kloteding. Ja, sorry. Ik weet dat mensen nu denken: ja, dan moet je niet zo’n dure fiets kopen. Ja, dat weet ik, maar als hij het doet, is hij fantastisch. Maar hij doet het dus nooit!”, aldus Linda’s dochter.
Sidekick Rutger Castricum: “Wat is er mis met Gazelle dan?”
Noa: “Ja precies, of Batavus, ook prima.”
Rutger: “Of een tweedehandsje. Het is echt voor de grachtengordel.”
‘Pak de auto!’
Tafelgast Jan Joost van Gangelen: “Maar jij hebt toch ook een duur fietsje, denk ik, of niet?”
Rutger: “Ja, maar dat is om te sporten. Ik vind sowieso dat mannen van onze leeftijd niet op een gewone fiets moeten zitten. Als jij iets moet doen, als je echt van A naar B moet, dan pak je gewoon de auto. Dat ziet er toch niet uit? Als je op een racefiets gaat zitten, denk ik altijd nog: die heeft een goed idee erbij, want die gaat sporten.”
“Maar jij fietst ergens heen om iets te gaan doen… Dan denk ik van: man, doe toch normaal. Ik zie ze wel eens in de buurt van mijn leeftijd, mannen op een fiets. Dan denk ik: hoe haal je het in je hoofd?”
‘Ik ga met de auto’
Jan Joost vindt dat een heel bijzondere opmerking. “Maar jij fietst nooit met je kinderen ergens naartoe?”
Rutger: “Nee, ik ga met de auto.”