NOS-ster Dione de Graaff sluit commercieel tv-avontuur niet uit

Dione de Graaff werkt al meer dan een kwart eeuw voor de publieke omroep, maar toch sluit ze een eventuele overstap naar een commerciële tv-zender niet uit. Dat zegt ze in Veronica Magazine.

Hoewel Dione de Graaff dus behoorlijk honkvast is, vindt ze dat je nooit nooit moet zeggen. “Ik zit al sinds 1995 bij de publieke omroep en durf wel te zeggen dat ik tamelijk loyaal ben. Aan de andere kant: ik sluit niks uit”, aldus de presentatrice, die RTL en SBS vervolgens een mooie opening biedt.

Dione naar RTL of SBS?

RTL en SBS zouden Dione kunnen verleiden met een mooier programmapakket. Ze wil namelijk meer dan alleen sport. “Ik heb een fantastische baan, maar ik kijk inmiddels wel een beetje om me heen. Ook omdat ik al zo veel jaren live televisie maak, me zo comfortabel in die rol voel, dat ik dat volgens mij daarnaast in een niet-sportprogramma zou kunnen doen.”

Heeft ze haar werkgever NOS daarvan op de hoogte gebracht? Ja, zegt ze. “Dat weten ze ook bij de NOS, dat ik er best iets bij zou willen doen.”

Hartstikke spannend

Het programma dat ze recentelijk voor de omroep van Jan Slagter maakte, smaakt naar meer. “Ik heb voor Omroep MAX onlangs Het Museum van Nederland gemaakt, een programma dat niks met sport te maken heeft. Dat vond ik eerlijk gezegd geweldig.”

Ze vervolgt: “Het was hartstikke spannend, werken met een team waarvan ik niemand kende, maar zó leuk. Het heeft mijn ogen in die zin wel geopend.”

Onderschat

Dione hoopt dat er een tv-baas is die haar op waarde schat. “Ook omdat wij sportjournalisten nog altijd een beetje minderwaardig worden bekeken – zeker door andere journalisten. Wij doen ‘maar’ sportjournalistiek, dat telt niet echt mee. Dat is een foute gedachte.”

“De meeste mensen bij ons op de redactie zijn zeer algemeen ontwikkeld, weten alles over politiek en economie, en daarnáást weten ze veel over sport. En we maken jaar in jaar uit livetelevisie, uren achter elkaar. We mogen ons best wat meer realiseren hoe goed wij zijn. Dat klinkt heel arrogant, maar het is wel zo.”