Youp van ’t Hek haalt hard uit naar Linda de Mol: ‘Vrijwillig verminkt’
Youp van ’t Hek haalt keihard uit naar Linda de Mol, zónder de tv-koningin direct bij naam te noemen. “Wat ik wil zeggen tegen de vrijwillig verminkte dames? Verdedig je niet!”, aldus de cabaretier.

Steenrijk en nog zo onzeker: Linda de Mol zegt dat haar ouder wordende uiterlijk voor heel veel verlegenheid zorgt. Ze vindt het lastig om kritiek te krijgen op haar rimpels, maar ook op de cosmetische behandelingen die ze ondergaat om de veroudering te vertragen. Toch gaat ze ermee door: “Ik heb vorig jaar op mijn 60ste mijn nek laten liften.”
Beeldbuistroela’s
Youp van ’t Hek heeft daar nu een column over geschreven, overigens zónder collageenclown Linda de Mol bij naam te noemen, maar het is duidelijk over wie hij het heeft. ‘Opgevulde rimpelkneuzen’, luidt de kop van het stuk in de VARAgids.
Hij schrijft: “Veel televisiedames worstelen met hun uiterlijk en laten zich vrolijk vol spuiten door cosmetische kwakzalvers. En niet alleen beeldbuistroela’s doen dat. In mijn eigen omgeving lopen ook veel niet zo zorgvuldig gestukadoorde dames rond en die hebben niks met tv vandoen.”
Amusement
Oftewel: volgens Youp kan Linda zich niet op haar tv-baan beroepen als ze haar botoxgebruik verdedigt. Het is sowieso niet nodig om je te verdedigen, aldus de cabaretier. “Ik begrijp inmiddels dat allerhande dames het gevoel hebben dat ze hun verminkingen moeten verdedigen, maar waarom zou je dat doen? Van wie moet dat? Van mij niet.”
Hij vervolgt: “Als ik als oudere kale man maar wel de slappe lach mag krijgen. Want eerlijk is eerlijk: het is amusement. Gratis amusement zelfs.”
Verminkt
Youp noemt de gevallen plamuurprinses Linda en soortgelijke vrouwen vervolgens ‘verminkt’. “Wat ik met dit stukje tegen de vrijwillig verminkte dames en heren wil zeggen? Verdedig je niet. Als je zelf het gevoel hebt dat je er goed uitziet dan ben je al een heel eind.”
“En als je een blinde, graag liegende partner hebt, die dat met plezier tegen jou bevestigt dan ben je ook al een stukje opgeschoten in je persoonlijke levensgeluk. Als ik er samen met mijn vrienden maar keihard om mag lachen en binnenskamers het heerlijke woord stumperds mag gebruiken. In het openbaar zal ik dat nooit doen.”