Harde aanval op prinses Amalia: ‘Mag ik emmertje om te kotsen?’
Prinses Amalia heeft ondanks de vele controverses besloten om tóch lid te worden van het Amsterdamsch Studenten Corps. “Mag ik een emmertje? Om in te kotsen welteverstaan!”
Mishandelingen, vernederingen en vrouwonvriendelijke uitspraken: het Amsterdamsch Studenten Corps is al jaren negatief in het nieuws. En toch heeft prinses Amalia besloten om zich nu bij het corps aan te sluiten. Het komt haar op een keiharde afstraffing te staan in het AD, want columniste Debby Gerritsen vindt het echt te walgelijk voor woorden.
Bangalijsten
Debby schrijft in het AD dat ze dit niet kan geloven. Zij vindt het ‘behoorlijk teleurstellend’. “Ze had een krachtig statement kunnen maken door ‘nee’ te zeggen tegen de koninklijke traditie om lid te worden van dit seksistische broeinest. Het blijft bizar hoe het lidmaatschap nog steeds wordt gezien als een eer.”
Het valt haar ook op dat bekende oud-leden zich zelden uitspreken tegen de misstanden bij het corps. “Alsof ze collectief trouw blijven aan een zwijgcultuur. Amalia is dus zeker niet de enige die zich graag aansluit bij een club waar vrouwen ‘sperma-emmers’ en ‘hoeren’ worden genoemd. Geschikt voor bangalijsten.”
‘Om te kotsen!’
Dat Amalia hier bij wil horen ‘steekt’ haar. “Van een prinses met een voorbeeldfunctie had ik echt iets anders verwacht.”
Ze had er beter aan gedaan om die familietraditie aan de kant te zetten, aldus Debby. Kennelijk zijn tradities sterker dan principes, concludeert ze. “Mag ik even een emmertje? Om in te kotsen welteverstaan.”
Uitgescholden
De ontgroening heeft Amalia al achter de rug, weet Story. Een medestunt vertelt dat dat vooral bij de mannen heel fysiek is. “De vrouwen worden vooral verbaal heel hard aangepakt. Zo moeten zij de ouderejaars bedienen terwijl die feest vieren. Dan word je uitgescholden en moet je een dansje doen als zij dat vragen.”
De Story: “Ook Amalia ontkwam niet aan fysieke ontberingen. Zo moest ze, na een ochtendborrel, uren in kleermakerszit blijven en continu liedjes zingen die vlekkeloos uit het hoofd dienden te worden geleerd.”