NPO ziet cabaret vaker naar RTL en SBS gaan: ‘Prijs is gestegen’

Er was een tijd dat cabaretiers hun neus ophaalden voor de commerciële tv-zenders, maar tegenwoordig is dat wel anders. SBS 6 pakt in deze januarimaand uit met ’topcabaret’. Vist de NPO achter het net?

© Persbericht SBS 6

SBS 6 zendt momenteel elke zaterdag voorstellingen van bekende cabaretiers uit. Vorige week werd afgetrapt met de tv-première van Ronald Goedemondts show Numero Uno (564.000 kijkers), vanavond volgt Brigitte Kaandorp met de première van Eh… en de komende weken volgen Patrick Laureij en Lenette van Dongen.

Marktwerking

Maar ook cabaretiers als Jochem Myjer en Hans Teeuwen zijn bij de commerciëlen te zien. Wat is er gebeurd met de dominante cabaretpositie van de NPO? “Het is deels een kwestie van marktwerking”, legt NPO’s tv-baas Frans Klein uit in NRC Handelsblad. “Er zijn meer partijen op de markt gekomen die zijn gaan bieden op dit soort registraties.”

Het is dus duurder geworden voor de NPO om de rechten binnen te halen. “Het genre cabaret is, mede door het uitzenden van al die theaterprogramma’s op televisie, de afgelopen decennia steeds populairder geworden. Voor shows van de echt grote namen betaal je nu twee, drie keer zoveel als voorheen.”

Grote zak geld

SBS 6-zenderbaas René Oosterman wil in de krant geen bedragen noemen, maar stelt wel dat niet alleen een grote zak geld een rol speelt. “Zeker de grote spelers in het vak gaan echt niet alleen maar overstag als je een flinke cheque trekt”, zegt de televisiebaas.

Voor de cabaretiers speelt niet alleen geld een belangrijke rol, legt René uit. “We hebben echt moeten onderbouwen waarom we in dit gat in de markt springen en hoe we hun materiaal voor het voetlicht gaan brengen.”

Niet rouwig

Toch is de NPO naar eigen zeggen niet rouwig om het verliezen van topcabaret. Frans Klein kiest naar eigen zeggen bewust vaker voor formats waarin cabaretiers hun ei kwijt kunnen.

“De oudejaarsconference van Youp is wat mij betreft een no-brainer. Maar vooral jongere kijkers zitten niet meer te wachten op zo’n integrale voorstelling.”