Patricia Paay (75) na maandenlange stilte: ‘Ik lig doodziek op bed’
Een opvallende afwezige in het huidige seizoen van Ranking the Stars is oudgediende Patricia Paay. Waar is zij gebleven en waarom is het al maanden stil rondom haar? “Ik lig doodziek op bed.”
De Paul de Leeuw-show Ranking the Stars is terug op de buis en de enige kandidaat die elke week aanschuift is Patty Brard. Waar is haar medediva Patricia Paay, die in het verleden ook regelmatig te zien was in dit programma? De Party vroeg het zich af, besloot haar op te bellen en kwam toen tot een bijzonder vervelende ontdekking: ze is heel erg ziek.
Patricia doodziek
Het is onduidelijk of Patricia is uitgenodigd voor de nieuwe Ranking-serie, maar ze had momenteel sowieso niet bij de opnames kunnen zijn, want het gaat slecht met haar. Heel slecht.
Patricia is momenteel aan bed gekluisterd. “Ik lig met griep in bed. Ik ben echt doodziek, ik heb me nog nooit zo beroerd gevoeld. Dit heb ik echt in tijden niet gehad. Ik heb eigenlijk nooit griep.”
Goed verzorgd
Het is niet zo dat Patricia alleen is. Ze heeft al tijden de veel jongere Robbert Hinfelaar aan haar zijde. “En gelukkig wordt ze goed verzorgd door haar dochter Christina en haar zus Yvonne.”
Het is sowieso al sinds 2018 tobben voor Patricia. Ze kreeg in dat jaar een nieuwe heup, maar viel niet veel later thuis van de trap en dat leidde tot vele botbreuken. De daaropvolgende operatie ging helaas samen met een ernstige bacteriële infectie en helse pijnen. Eén en al drama dus.
Moeite met lopen
Volgens Party is het kommer en kwel. “Groot nadeel was, en is, dat Patricia amper nog aan werken toekomt en daardoor veel inkomsten misloopt. En van verbetering is tot op heden nauwelijks sprake. Eerdere foto’s die Party’s oplettende fotograaf wist te maken, laten duidelijk zien dat Patricia nog altijd veel moeite heeft met lopen en veel pijn heeft.”
Daarover zegt Patricia zelf: “Het lopen gaat nog altijd niet lekker. In februari moet ik weer naar het ziekenhuis in Breda. Ik hoop maar niet dat ze het weer open moeten maken. En zo gaan we maar weer door.”