Linda de Mol drukt 80 kilo op legpress: ‘Krijgt er wel honger van’
Linda de Mol kan op de legpress-machine in de sportschool maar liefst tachtig kilo wegdrukken, vertelt de 60-jarige presentatrice in haar blad. “Ik krijg er alleen wel serieus meer trek van.”

Al haar hele leven worstelt Linda de Mol naar eigen zeggen met haar gewicht. Al die miljoenen euro’s op de bank en een eigen personal trainer kunnen niet voorkomen dat er gewoon vetrollen opduiken als je te veel eet. En net als alle gewone stervelingen moet de presentatrice sporten om een beetje op gewicht te blijven, maar dat vindt ze wel lastig…
Tachtig kilo
Linda heeft in de zolder van haar kasteel in Crailo een sportschool laten maken. “Want als ik ‘lekker thuis’ zou kunnen sporten en echt goeie equipment zou hebben, zou ik minimaal drie keer per week fluitend die zoldertrap bestijgen, zo dacht ik. Nou, echt niet”, zegt de Miljoenenjacht-presentatrice in de LINDA.
Nog altijd heeft ze een ‘haat-liefdeverhouding’ met sporten, zegt ze. “Drie maanden geleden drukte ik nog met gemak tachtig kilo weg op de legpress (echt waar) en draaide ik mijn hand niet om voor vijftig sit-ups”, onthult ze.
Gemiddeld
De legpress is een krachttraining waarbij je met je benen gewicht van je af duwt. Linda kan dat dus met tachtig kilo en dat is voor een vrouw van 60 gemiddeld tot bovengemiddeld, afhankelijk van de uitvoering en het aantal herhalingen. “Het probleem is niet dat ik het niet kán, maar dat er periodes zijn waarin ik de puf niet heb om het te willen.”
Bovendien krijgt Linda van zo’n legpress wel heel veel honger. “Ik krijg er dus serieus meer trek van en die stil je niet met een ‘lekker schaaltje radijs’.”
Ozempic
En Linda is een bourgondiër en een veelvraat. “Ik denk dat als je mij met mijn huidige mindset aan een infuus Ozempic zou leggen, ik nóg een lijst met dingen zou kunnen bedenken waar ik trek in heb.”
De SBS 6-ster zal het ongetwijfeld al hebben uitgeprobeerd — de apotheek op het Media Park is zo’n beetje de enige waar Ozempic ruim voorradig is. Maar sporten blíjft natuurlijk belangrijk. “Maandag begin ik. Niet komende maandag, want dan heb ik eters”, grapt ze.