Wendy van Dijk is dol op John de Mol: ‘Hij is een droomwerkgever’
Wendy van Dijk vindt dat ze met John de Mol echt een fantastische werkgever heeft. Ze is hem dankbaar voor de tijd die hij haar gunde tijdens het ziekbed van haar dochter. “Droomwerkgever.”
Het was een afschuwelijk jaar voor Wendy van Dijk: ze maakte in januari bekend per direct al haar televisiewerk stil te leggen omdat haar dochtertje Lizzy ernstig ziek was geworden. Zij is inmiddels aan de beterende hand en kort geleden heeft de presentatrice daarom ook weer haar televisiewerk opgepakt. Zo keert ze terug met Wie van de Drie.
Droomwerkgever
Hoe kijkt Wendy terug op deze televisieloze periode? Ze vertelt aan de Weekend: “Als je kind ziek is, telt niets meer.
Dan wil je er alleen maar voor haar zijn. Ik kreeg van John de Mol alle ruimte om mijn werk stil te leggen. Hij zei tegen mij: ‘Je dochter is het allerbelangrijkste, neem alle tijd die je nodig hebt.'”
Daar is ze John heel dankbaar voor. “Dat is natuurlijk een droomwerkgever, dat hij dat zo heeft gezegd. Ik heb aangegeven dat ik zo langzamerhand mijn werk wel weer kan oppakken. Voor mijn gevoel gaat dat heel rustig aan.”
Op de planning
Hoe ziet de rest van haar jaar eruit bij SBS 6? Wendy: “Begin oktober staan mijn eerste draaidagen gepland voor Three Minutes Of Fame, De Beste Wensen en Wie Van De Drie. Wat er nu op de planning staat, is hartstikke goed te overzien. En daar heb ik ook weer heel veel zin in.”
Kan ze het wel loskoppelen aan de situatie rondom haar dochter? “‘Als het goed gaat, kun je het loskoppelen. Op het moment dat het slecht gaat, is dat heel lastig. Maar ik ben ook wel gewend: the show must go on.”
Knop omzetten
Het is even wat het is, aldus Wendy. “Ik heb dat natuurlijk al vaker meegemaakt in mijn leven, dat ik een knop om moest zetten. Alleen, dit is zo groots, dat heeft alle aandacht nodig. Maar het gaat nu goed met Lizzy, dus dan kan ik het werk wel oppakken.”
“Een uitspraak van Bob Marley is: ‘Je weet nooit hoe sterk je bent, totdat sterk zijn je enige keuze is. Dat is wel mijn levensmotto geworden.”