‘Maan moet tik op vingers krijgen na tv-optreden bij Jeroen Pauw’

Maan de Steenwinkel moet een tik op de vingers krijgen van haar manager, vindt Tina Nijkamp. De zangeres beging in de talkshow van Jeroen Pauw dezelfde fout als André Hazes jr.

Van ruilen komt huilen: Maan de Steenwinkel heeft haar oude repertoire aan de kant gegooid voor nieuwe, ‘hoogwaardige’ muziek, maar daar zit helemaal niemand op te wachten. Haar nieuwe liedjes komen niet eens binnen in de Top 40. Oftewel: ze is een beetje de vrouwelijke André Hazes jr., die zijn comeback ook al zag mislukken.

Andere richting

Maan zat van de week in de talkshow van Jeroen Pauw en daar gaf ze aan dat haar oude muziek helemaal niet meer bij haar past, net zoals André dat eerder deed. Onhandig, vindt Tina Nijkamp dat. “Wat me opvalt is dat Maan en André Hazes jr. eigenlijk hetzelfde hebben gedaan qua muziek”, zegt ze in de podcast Tina’s TV Update.

“Ze zijn een andere richting ingeslagen en dan zeggen ze in die talkshows ook van: ‘Ja, ik ga doen wat ik nu zelf leuk vind’, en dan denk ik: daar zit de Nederlandse kijker denk ik niet echt op te wachten, op die zin, omdat het namelijk impliceert dat wat je daarvoor deed, dat je dat niet leuk vond, terwijl je fans dat wel heel leuk vonden.”

Rare boodschap

Aan die oude liedjes heeft Maan haar succes te danken, benadrukt Tina. “Want daarom kochten ze dat kaartje voor je concert en keken ze naar je op televisie.”

“Nu zeg je eigenlijk tegen je fans: ‘Ik heb eigenlijk heel lang gedaan wat ik niet leuk vond en nu pas doe ik wat ik wel leuk vind. Ik ben gegroeid, ik ben volwassen geworden en nu doe ik wat ik echt leuk vind.'”

Tik op vingers

Een onhandige mediastrategie die niet erg dankbaar overkomt, vindt Tina het. Als zij de manager was van Maan, dan zou ze eens even goed met haar gaan zitten.

“Ik zou als ik de manager was van Maan en André zeggen: ‘Ik zou dat niet meer zeggen en gewoon zeggen van: nou, het lijkt best wel op die andere muziek en dit is gewoon een nieuw album, hartstikke leuk.’ Ik zou m’n oude muziek niet zo afkraken.”