René van der Gijp heeft 200.000 euro over voor extra vrije maand

René van der Gijp heeft er 200.000 euro voor over als hij een maandje extra vrij kan krijgen bij Vandaag Inside. “Dat is voor mij geen probleem”, benadrukt de 63-jarige televisiester.

Het is de Vandaag Inside-ster die steevast het vaakst om van alles loopt te mokken: René van der Gijp. Hij was tijdens de EK Voetbal-serie tweemaal afwezig en is daarvoor beboet door Talpa. Het wekte zóveel ergernis bij hem op dat hij aangaf blij te zijn als het komende seizoen erop zit, omdat zijn contract met het bedrijf van John de Mol er dan op zit.

Niet meer in april

René is inmiddels weer gekalmeerd, maar wel wil hij dat de tweede helft van het VI-seizoen voortaan korter wordt. Hij wil vrij in de maand april en dat herhaalt hij dit weekend in De Telegraaf.

Hij zegt in de krant: “Mijn idee is om Vandaag inside van januari tot maart te maken. Laat Hélène Hendriks het in april een maandje overnemen. Dan doen wij mei en juni. Dat zou voor het programma beter zijn. Natuurlijk snap ik dat dit voor mensen met een normale baan gek klinkt, maar uiteindelijk moeten wij wel van het scherm blijven afspatten.”

200.000 euro

De Telegraaf vraagt zich af hoeveel die vrije maand René waard is. “Stel dat je een of twee ton moet inleveren voor een korter seizoen, zou je dan bijtekenen voor nog een aantal jaar?”, aldus de verslaggever.

Daarop zegt René: “Dat is voor mij geen probleem, ik denk alleen niet dat de rest daar ook zo over denkt. Het gaat erom dat we de kijker een zo goed mogelijk programma bieden. Dat kunstje beheersen wij het beste als er geen irritaties zijn.”

Talpa-boete

René laat tot slot weten dat hij inderdaad een beetje gepikeerd was over de boete die Talpa hem oplegde. “Het ging mij niet om dat geld, maar om het idee dat de mensen in de top bij Talpa goed wisten waarom ik er niet was.”

“Ik zat in een pleurisperiode en dacht: godverdomme, laten we op een volwassen manier met elkaar omgaan. Ik wil verder liever niet over de situatie praten vanwege privacy-redenen.”