Ook meldingen over gedrag Astrid Joosten? ‘Er is navraag gedaan’
Het is een zooitje bij BNNVARA: niet alleen Matthijs van Nieuwkerk ligt nog altijd onder vuur, maar ook Theo Maassen is in opspraak. Hoe zit het met Astrid Joosten? Ook wangedrag?
Nu we nog altijd midden in de nasleep van het rapport over de wantoestanden in Hilversum zitten, vraagt MAX Magazine zich af of Astrid Joosten ook wel eens over de grenzen van mensen heen is gegaan. Daar antwoordt ze in een interview bevestigend op; de presentatrice van Twee voor Twaalf heeft daar inderdaad even over nagedacht.
Uit slof schieten
Astrid heeft zich naar eigen zeggen niet misdragen. “Ik denk dat ik me altijd normaal heb gedragen, ook al ben ik vroeger, toen ik onervaren en onzeker was, ook weleens uit mijn slof geschoten.”
Tegenwoordig is dat absoluut nóóit meer het geval, aldus de 65-jarige presentatrice. “Als je ouder wordt, ervaring krijgt, weet je dat je niet meer door het ijs zakt, dan kun je steeds rustiger en prettiger in de omgang worden. Ik begrijp daarom nog steeds die toestanden bij DWDD niet.”
Op de kast
Het wangedrag van Matthijs van Nieuwkerk kan Astrid absoluut niet plaatsen. “Waarom zou je als je zo bewezen succesvol bent, mensen op de kast jagen? Ik kan in ieder geval zeggen dat ik mensen nooit heb vernederd of uitgescholden.”
Toch heeft Astrid er wel even navraag naar gedaan. “Voor de zekerheid heb ik wel gevraagd aan de mensen waarmee ik al jaren mee werk: zijn er dingen van mij die jullie minder prettig vinden? Maar dat was niet het geval. Er zijn ook nooit klachten over mij binnengekomen.”
Slachtoffer
Is Astrid dan misschien een slachtoffer geweest? “In het begin van mijn carrière heb ik ook wel dingen meegemaakt. Ik ga daar nu niet over uitweiden, maar gewoon foute grappen, foute insinuaties… Net doen alsof iemand met jou naar bed is geweest terwijl dat helemaal niet waar is. Dat soort foutigheid.”
Ze besluit: “Waar ik me overigens altijd heel goed staande bij wist te houden. Het waren vooral dingen die voorkomen bij jonge meiden. Ik ben nu geen prooi meer.”