Jan Slagter ontploft op werkvloer, gaat helemaal los: ‘Hou je kop!’
Jan Slagter schiet net als Johan Derksen áltijd in dezelfde reflex als het over grensoverschrijdend gedrag gaat. Knijpt hij hem soms een beetje? “Ik zeg ook wel eens ’hou je kop’.”

Als het over grensoverschrijdend gedrag gaat kun je de meningen van Jan Slagter en Johan Derksen wel overslaan. Die heren beginnen op dit gebied een beetje een karikatuur van zichzelf te worden. Ze staan vooraan in de rij om incidenten te bagatelliseren, slachtoffers te geringachten en omroepcollega’s te beschermen.
‘Allemaal sukkels’
Jan en Johan zaten ook gisteren – op de dag dat het langverwachte DWDD-onderzoek werd gepubliceerd – weer op het puntje van hun stoel om te verkondigen dat ze het allemaal overdreven vinden. Opvallend genoeg kreeg zowel Jan bij Humberto als Johan bij Vandaag Inside niet als eerste het woord, en werden ze enigszins door de gastheer bespot.
“Jij vindt het volgens mij een beetje gezeur, hè?”, zei Humberto Tan op een gegeven moment tegen Jan. En Wilfred Genee tegen Johan over de 200 mensen die de onderzoekscommissie heeft gesproken: “Nou, Johan, 200 mensen, dus 200 sukkels waarschijnlijk die allemaal mee hebben gewerkt? Of niet?”
‘Hou je kop!’
Waar komt hun voorspelbare houding vandaan? Jan heeft als baas van Omroep MAX de verantwoordelijkheid dat al zijn medewerkers zich veilig voelen, maar hoe kan dat als hij als boegbeeld steeds allerlei wangedrag loopt te bagatelliseren? Of is hij soms een beetje bang dat hij zelf ook een beetje tegen grensoverschrijdend gedrag aanschuurt?
Ja, blijkt uit een interview met De Telegraaf. Daarin zegt de omroepbaas dat hij soms ook wel tekeergaat op de werkvloer. “Ik vraag mezelf dan wel af wat de definitie van grensoverschrijdend gedrag dan precies is. Ik zeg ook wel eens ’hou je kop’ op de werkvloer.”
Niet acceptabel
Daar lijkt een beetje het probleem te liggen: Jan vindt het normaal om af en toe ‘hou je kop’ te roepen op de werkvloer, terwijl de maatschappelijke consensus is dat dit anno 2024 niet meer normaal is.
Jan blijft het fanatiek voor bevriende collega’s als Frans Klein en Matthijs van Nieuwkerk opnemen. “Ik neem iedereen die zich gemeld heeft serieus. Maar waar het nu wel op begint te lijken: het is toch een beetje persoonsgericht geworden. Er wordt gesproken over ‘de presentator’. Ja, wie denk je dat dat is?”
‘Stop met bagatelliseren!’
Oftewel: Jan maakt zich voortdurend drukker over de daders dan over de slachtoffers. En daar wordt integriteitsonderzoeker Marjan Olfers een beetje moe van. Ze spreekt hem er bij Humberto op aan: “Het is ook voorbeeldgedrag en stoppen met bagatelliseren en kleiner maken.”
Jan: “Ik maak niets kleiner. Ik probeer het alleen in een juist perspectief te plaatsen.”
Of, zoals Jan het op zijn eigen werkvloer zou zeggen: “Hou je kop!”