Henny Huisman slaat terug: ‘Henk Westbroek is chagrijnige man!’
Henny Huisman ligt niet wakker van de lelijke uithaal van Henk Westbroek aan zijn adres. Hij vindt de zanger niet relevant genoeg om serieus te nemen. “Het is een chagrijnige man.”
Henk Westbroek heeft een paar weken geleden in de talkshow Marcel & Gijs behoorlijk lelijk uitgehaald naar Henny Huisman. De zanger loopt namelijk niet bepaald warm voor Henny’s deelname aan de televisieshow Beter Laat Dan Nooit. “Henny Huisman is een man die van de persoonlijke voornaamwoorden vooral het woord ‘ik’ kent.”
Chagrijnige man
Wat vindt Henny van zo’n sneer, alsof hij een egocentrische man zou zijn? “Ik heb het gehoord, ja. Nou is Henk Westbroek op zich natuurlijk altijd wel een beetje een chagrijnige man, maar het boeit me niet zoveel wat hij zegt”, zegt de vroegere televisiester in weekblad Party.
Henny vindt Henk niet relevant genoeg. “Als iemand als André van Duin zoiets over me had gezegd, dan had me dat wel geraakt. Maar Henk Westbroek… Ach, hij kent me voor de rest ook helemaal niet.”
Stem kwijt
Lang geleden hebben de heren elkaar wel eens ontmoet bij opnames van een Beste Zangers-achtig programma, zegt Henny. Daarin zongen artiesten elkaars liedjes. “Henk Westbroek deed het nummer ‘Kronenbrug Park’ van Frank Boeijen, waar deze tekstregel in voorkomt: ‘En vraag niet naar de weg, want iedereen is de weg kwijt!'”
En toen? “Ik had vooraf tegen Henk gezegd dat het misschien leuk zou zijn als hij zou zingen ‘iedereen is zijn stem kwijt’, als toespeling op het verwisselen van de artiesten en hun liedjes. Maar ik moest me er niet mee bemoeien, kreeg ik te horen. Hij was tekstschrijver en hij zou zich er wel mee redden. Maar ’s avonds deed hij het wél.”
Idee van Henny
Achteraf gaf iedereen Henk complimenten dat hij dat op die manier had gezongen, zegt Henny. “De complimenten nam hij hartelijk en dankbaar in ontvangst, maar hij zei er niet bij dat het een idee was van Henny. Dat is wel dertig jaar geleden.”
Hij besluit: “Apart dat hij dat beeld van me heeft, dat ik zoveel ‘ik, ik, ik’ zeg. Ik wil gerust toegeven dat ik het leuk vind om in een blad of krant te staan, ik verf mijn haar en ik ben ijdel, dat klopt allemaal. Maar opscheppen over mezelf of steeds maar vooraan willen staan, daar herken ik mezelf niet in.”