Thijs Zeeman walgt van Op1-optreden Pieter Omtzigt: ‘Man, man!’
Thijs Zeeman is echt helemaal klaar met Pieter Omtzigt. De politicus zat gisterenavond in Op1 en daar heeft de RTL 5-presentator zich groen en geel aan geërgerd. “Man, man, man.”
Pieter Omtzigt zat aan de talkshowtafel van Op1 omdat hij vindt dat de macht van het kabinet is doorgeslagen. Hij hekelt dat je als Kamerlid van een coalitiepartij altijd geacht wordt om te stemmen wat de top bepaalt. “Ik ben ook wel eens niet op de lijst beland, zoals je weet, dus ik weet ook wat de straf was als je een keer niet in het gareel liep. In 2012.”
Thijs basht Pieter
Het zorgt voor ergernis bij Thijs Zeeman, presentator van programma’s op RTL 5. “Ben ik de enige die inmiddels totaal Omtzigt-moe is? Dat constante geklaag in combinatie met die slachtofferrol… Z’n vasthoudendheid heeft echt wat opgeleverd, zeker, maar man man man hij geeft ook een berg negatieve energie hoor. Meine gute”, twittert hij.
Thijs krijgt van sommige mensen bijval. Zo zegt Johan: “Op een gegeven moment wordt dat een soort mantra. Denk echt dat deze man, ondanks grote achterban, zijn langste tijd wel gehad heeft. We moeten vooruit in plaats van altijd maar terug te blijven kijken. Die schouders-eronder-mentaliteit mis ik bij hem. En bij heel veel anderen ook helaas.”
Klapvee
Er zijn echter ook mensen die de kritiek van Thijs niet terecht vinden. Zo zegt Guido: “Nee hoor. Dit is een Kamerlid dat zijn controlerende taak serieus neemt in plaats van het klapvee dat coalitie heet.”
En Hans: “Nee. Ik vond hem juist weer erg goed bij Op1. Hij lijkt de enige die alle vuile trucjes van Rutte doorziet. Het gaat hem om de gevolgen, zoals die extra 5.000 gezinnen onder bijstandsniveau. Hij knokt voor die mensen.”
Daar denkt Nick net zo over: “Moesten meer kamerleden als hem zijn.”
Tweet weg
Thijs heeft zijn tweet inmiddels verwijderd. “Tweet gewist. Was even vergeten dat sommige discussies niet via dit medium gevoerd kunnen worden. My bad. Heb een mooie vrijdag allen.”
Fragment
Een fragment van Pieter in Op1: