Maarten van der Weijden uitgekotst: ‘Hij begint irritant te worden’

Maarten van der Weijden heeft na zijn Elfstedenzwemtocht weer een nieuwe uitputtingsslag bedacht voor het goede doel. Vermoeiend, vindt Johan Derksen. “Dit begint irritant te worden.”

Zwemkampioen Maarten van der Weijden zet zich regelmatig in voor de strijd tegen kanker. Hij zat dinsdag in de talkshow van Beau van Erven Dorens om te vertellen over de nieuwe uitputtingsslag die hij heeft bedacht om geld op te halen. Zijn vrouw Daisy zat samen met hem aan tafel om te vertellen wat zij er allemaal van vindt.

IJdeltuit

De mannen van Vandaag Inside hebben ook gekeken, maar vinden dat Maarten nu een beetje een ijdeltuit begint te worden. “Daar word ik heel moe van, van die jongen”, aldus Johan Derksen.

Collega René van der Gijp lachend: “Denk je dat als hij aan zo’n tafel zit met zo’n vrouw, dat hij het erg vindt dat het over hem gaat? Nee, totaal niet! Hij geniet daarvan!”

Johan: “Alles wat hij doet, doet hij voor publiciteit en in de belangstelling staan. Dan is het weer zwemmen en wat gaat hij nu weer doen?”

Uitslover

René: “Hij gaat nu honderd kilometer zwemmen, honderd kilometer lopen en honderd kilometer fietsen.”

Wilfred: “Ja, maar die gozer heeft na een heel zware ziekte een Olympische medaille gewonnen. Het is toch fantastisch wat die gozer gedaan heeft? Je vindt hem nu een uitslover.”

Johan: “Ik vind het irritant worden. Ik vind het een beetje een nare man worden.”

Ophouden

Wilfred: “Hij moet er gewoon mee ophouden?”

Johan: “Hij moet er gewoon mee ophouden, ja. Het is een soort zelfverheerlijking.”

Wilfred: “Maar jij zit hier toch ook elke avond aan die tafel? Er zijn toch ook genoeg mensen die denken: daar heb je hem weer?”

Johan: “Omdat ik elke avond relevante informatie heb!”

Bootje

René: “Kijk hoe hij zit! Het ging even over hem. Leuk man, lekker joh.”

Raymond Mens: “Dat vindt hij denk ik heel leuk, ja.”

Johan: “Kan zo’n vrouw niet zeggen: ‘Maarten, nou een jaartje niet hoor.’”

René: “Nee, die vrouw gaat er ook in mee.”

Johan: “Ja, die gaat er in een bootje achteraan.”