Özcan Akyol in de bres voor Tahmina Akefi: ‘Ze is geen fantast’
Özcan Akyol springt in de bres voor Tahmina Akefi, de geplaagde ex-vriendin van Peter R. de Vries. De suggestie dat zij een complete fantast is klopt volgens hem niet. “Ik heb het gecontroleerd.”
Tahmina Akefi werpt zich ontzettend op als de grote liefde uit het leven van Peter R. de Vries, maar daar worden door zijn intimi de nodige vraagtekens bij geplaatst. Zo stelt zijn boezemvriend Kees van der Spek dat Peter het nauwelijks over haar gehad heeft. Spreekt Tahmina wel de waarheid of hebben we hier te maken met een fantast?
‘Verschrikkelijk meisje’
Het boek van Tahmina over de liefdesrelatie tussen haar en Peter zit er bijna aan te komen. Zelf beweert ze dat dit boek aanvankelijk een initiatief was van Peter en dat ze de eerste hoofdstukken samen hebben geschreven. De meeste mensen kunnen zich daar weinig bij voorstellen, omdat Peter een hekel had aan roddelpers en altijd zweeg over zijn privéleven.
Johan Derksen vindt haar ongeloofwaardig, zegt hij in de nieuwste Vandaag Inside. “O, dat verschríkkelijke meisje. Ik kan me daar zó aan ergeren. Dat meisje heeft eerst bij de begrafenis de show gestolen, daarna die schrijnende documentaire en nu is ze weer een boek uit aan het brengen.”
‘Pijnlijk voor zijn ex’
Het is allemaal erg twijfelachtig, zegt Johan. “Niemand kan dat controleren! Ik hoor dan mensen uit de omgeving van Peter en die zeggen: ‘Ik heb nooit hem een woord over haar horen zeggen.’ Het is gewoon waarschijnlijk een minnares geweest en die heeft zich nu zelf benoemd tot de grote liefde van Peter. Er komt geen eind aan.”
Hij vervolgt: “Het is heel pijnlijk voor de nabestaanden, voor zijn ex-vrouw en zijn kinderen, want ál die meuk komt weer over die mensen heen. Ik vind het echt een schande hoor. Dat meisje moet echt tot de orde geroepen worden.”
Özcan in de bres
Dan springt Özcan Akyol in de bres voor Tahmina. “Ik kan het wel controleren, want ik weet dat Peter R. de Vries zich heeft gemeld bij mijn uitgever in mei 2020 met het voorstel om een boek te schrijven met zijn geliefde. Hij had al vijf hoofdstukken geschreven en hij zei: ‘Dit moet onze coming-out gaan worden.’ Hij heeft ook haar naam genoemd.”
Johan: “Nou, dan heeft ze daar gelijk in, maar dan vind ik het nog onfatsoenlijk om het na het overlijden van Peter alléén te doen als het een plan was om dat met z’n tweeën te doen. Niemand zit erop te wachten en ze weet dat de nabestaanden – die heel keurig hun mond houden – het vervelend vinden.”
Grote coming-out
Özcan stelt dat de nabestaanden niet goed wisten van de plannen van Peter. “Ja, die wisten het ook niet helemaal. Het moest hun grote coming-out worden. De eerste hoofdstukken waren al geschreven en ingeleverd en hij was ermee bezig. Het moest rond deze periode ergens uitkomen.”
Tahmina is in elk geval geen fantast, zegt hij. “Het was ook een heel sociaal boek, want het ging ook over mensen die uit andere culturele groepen komen en hoe je dat kunt verbroederen. Ze hadden het wel echt samen gepland. Ze zuigt het niet uit haar duim.”
Lijkenpikkerij
Johan blijft het een vervelende meid vinden. “Ik vind wel dat dat meisje zich geweldig overschat en gevaarlijk publicitairgeil is. Ik vind het echt stuitend. Zij speelt een soort heilig boontje die met een ultieme boodschap komt.”
“Kijk, vroeger zouden we zoiets lijkenpikkerij noemen.”