Özcan Akyol clasht met Johnny de Mol: ‘Je vader is heel erg kil!’

Özcan Akyol en Johnny de Mol hadden gisteren een aanvaring in HLF8, de talkshow van Johnny. De miljardairszoon werd namelijk aangesproken op het slechte interview van zijn vader.

Mediamiljardair John de Mol lijkt wel in een soort parallel universum te leven. Hij werd gisteren geïnterviewd door Tim Hofman in de veelbesproken Voice-special van BOOS en verbijsterde veel kijkers. Ten eerste kon hij zich niet voorstellen dat zijn zwager Jeroen Rietbergen in een machtspositie zat bij The Voice, ten tweede deed hij daar aan victim blaming.

‘Moeite met vader’

Aangezien John zich als machtige miljardair nauwelijks ter verantwoording laat roepen en zijn zoon Johnny de Mol elke avond op tv is, besloot Özcan Akyol gisteren maar om Johnny erop aan te spreken in HLF8. “Ik had wel moeite met – misschien ben ik nu je plan in de war aan het schappen hoor – de manier waarop jouw vader dit beoordeelt.”

Özcan: “Er is een moment waarop Tim Hofman hem vraagt of Jeroen Rietbergen ook een machtspositie heeft binnen die organisatie binnen The Voice. Volgens mij is dat evident en de manier waarop jouw vader daarmee omgaat… Die zegt: ‘Welnee, het is maar een bandleider en die heeft helemaal geen aanzien, althans niet vanuit mijn perceptie.’”

Schokkend

Het is wereldvreemd dat John niet inziet dat familie van hem automatisch in een machtspositie zit, vindt Özcan. “Ik vond het eigenlijk wel schokkend om te horen dat hij dat zei. Iedereen weet dat als die jonge kinderen daar komen en er is daar een meneer, een bandleider, die de liedjes bepaalt en aangeeft wat je moet doen om ergens te komen…”

Johnny geërgerd: “Wat John zei is dat in die hiërarchie dat niet zo is. Hij zei niet dat andere vrouwen dat niet zo als perceptie konden zien, wat Jeroen ook in zijn statement heeft gezegd.”

Özcan: “Dit is niet sterk en zelfs een beetje kil, Johnny.”

Beetje kil

Later begint Özcan over het victim blaming door John. Hij vindt dat vrouwen maar eerder aan de bel moeten trekken over misbruik. “Dit is dus een enorme uitglijder, want als je het hebt over trial by media en Victim blaming: nu lijkt het wel alsof het een probleem van de vrouwen is dat daar allerlei mannen rondlopen die zich ongepast en onwettig gedragen.”

Johnny: “Vind jij dat hij dit gedoogt dan door dit te zeggen?”

Özcan: “Ja. Hij zegt niet van: ‘Dit is een mannenprobleem’, nee, het is kennelijk een vrouwenprobleem. Van: ‘Dit gebeurt al die tijd, waarom melden jullie het niet?’”

Johnny in verdediging

Johnny: “Maar welk zinnetje… Wat mis je?”

Özcan: “Hij kan ook zeggen: ‘Ik heb het gewoon helemaal verkeerd gedaan het afgelopen decennium. Het is gewoon mijn fout, het spijt me, wat een teringzooi hebben we ervan gemaakt.’ Dat kun je ook zeggen! En dan moet je niet zeggen: ‘Ja, die vrouwen melden zich niet!’ Hij kan aan iets meer zelfreflectie doen.”

Johnny: “Ter zijn verdediging: hij zegt toch ook: ‘Als ik wat had geweten, dan had ik er wat aan gedaan.’”

Özcan: “Ja, daar mag ik van uitgaan ja. Hij faciliteerde wel die hele omgeving en daar gaat het om.”

Geen sterk optreden

Özcan: “Hij is vooral kil. Hij verlegt het probleem. Er zijn mannen die zich daar misdragen en wat zegt hij? ‘We hebben een probleem met de vrouwen, want die melden zich niet.’ Ik vond het geen sterk optreden. Dan ga ik voor de derde keer aan jou vragen, want ik merk dat je in de verdediging schoot – en dat siert je, want het is je vader… Maar je kunt toch niet zeggen dat dit een goede beurt was van hem?”

Dan zegt Johnny, tot verbijstering van Özcan: “Ik vond van wel. Ik vond hem eerlijk. Hij heeft niks te verbergen en dat vond ik er heel sterk aan. Dan kun je zeggen dat er een nuanceverschil is of dat hij harder had moeten optreden.”

‘Woorden in zijn mond!’

Özcan: “Maar jij vindt dus dat die vrouwen maar naar buiten moeten treden?”

Johnny: “Nee, dat zeg ik helemaal niet. Ik heb het over zijn optreden in totaal.”

Özcan: “Maar dat zegt hij toch net? Hij zegt net: ‘We hebben kennelijk een probleem met vrouwen die zich niet durven te melden.’”

Johnny: “Nee, je legt hem nu wel wat woorden in zijn mond!”

Het gesprek kwam daarna al snel tot een einde. Aan het eind van de uitzending bedankte Johnny Özcan nog wel, net als de andere tafelgasten, voor zijn aanwezigheid. “Iedereen aan tafel bedankt. (…) Ehh, Eus jij ook.”