Marieke Elsinga durft niet met haar poes op televisie
Marieke Elsinga durft niet met haar poes op televisie. Ze vreest dat ze anders de Dierenbescherming op haar dak krijgt. “Ik zou zelf zeggen: daar hoef je niet zo moeilijk over te doen.”
Het is een feestelijke week voor Marieke Elsinga. Ze heeft samen met haar Qmusic-collega Mattie Valk een bekende radioprijs gewonnen. Heel erg leuk en daarom zaten ze gisteren samen aan tafel in de talkshow van Beau van Erven Dorens.
Marieke en haar poes
Beau liet in zijn programma op een gegeven moment een fragment zien van het optreden van prinses Charlotte van Monaco bij de show van Chanel tijdens de modeweek van Parijs. Ze opende de show te paard en dat schoot veel kijkers in het verkeerde keelgat.
Marieke zou ook niet met haar dier op tv durven. “Ik heb wel eens geopteerd om Kiki, mijn poes, eens mee te nemen naar de studio en toen hebben we elkaar ook aangekeken en gezegd: ‘Dat moeten we niet doen, want dan krijg je zoiets als de Dierenbescherming op je dak.’ Ik zou zelf zeggen: daar hoef je niet zo moeilijk over te doen.”
Woedend
Het optreden van prinses Charlotte is volgens dierenrechtenorganisatie PETA bijvoorbeeld schandalig. “Paarden zijn intelligente, complexe en makkelijk bang te maken individuen. Het zijn geen modeaccessoires die gewend zijn aan het wandelen op een catwalk onder felle en warme lampen, vergezeld door harde muziek.”
Mattie begrijpt sowieso de hele situatie niet. “Moet je bij dat vest dan een paard kopen? Hoe werkt het?”
Beau: “Ik vind het heel mooi, maar iedereen is woedend erover.”
Marktleider
Tot slot: wat vindt Marieke ervan dat ze de succesvolste radioshow van het land maakt? Wat is het volgende? “Ik ben er niet zo heel erg mee bezig. Ik ben wel bezig met wat ik nog verder zou willen in mijn privéleven, bij de televisie ook en ons radioprogramma goed blijven doen, maar ik meen het oprecht.”
“Misschien is dat eigenlijk dom, hè? Want je moet eigenlijk altijd als je goed bezig bent júist weer een stap door, want anders word je weer ingehaald door de concurrentie.”