Henny Huisman vindt Ali B te vaak op televisie: ‘Wissel hem af!’

Henny Huisman heeft na het bashen van Marco Borsato weer een nieuw slachtoffer gevonden: Ali B. De miskende tv-vedette vindt dat de rapper in té veel talentenjachten zit en aast op zijn plekje.

Er is volgens Henny toch wel sprake van een kleine Ali B-overkill. Daar heeft hij natuurlijk een punt: RTL en SBS delen hem nu zelfs als jurylid, alsof er echt helemaal niemand anders te vinden is. Henny Huisman bijvoorbeeld, die sinds het einde van de Soundmixshow zo ongeveer kampeert voor het Hilversumse uitzendbureau.

Henny in, Ali B uit

De televisiebazen moeten hun focus een keertje verleggen, vindt Henny. “Er zijn talloze talentenjachten, dat zou ik hartstikke leuk vinden om te doen. Dan zie ik Ali B in twee programma’s – dat gun ik hem, maar je kunt het ook afwisselen”, zegt hij in Veronica Magazine.

Dat spreekt Henny alleen liever niet uit in de media, vertelt hij in het grootste entertainmentblad van Nederland. “Als ik dat tegen een journalist zeg, schrijven ze meteen dat ik een van zijn programma’s wil hebben.”

‘Geef het nou op!’

Daar komt het toch ook op neer? Zijn vrouw vindt in elk geval van wel. “Mijn vrouw zegt weleens: ‘Geef het nou op’, maar zij voelt niet wat ik voel.”

Het valt allemaal wel mee met zijn wanhoop, vindt Henny. “Ik ben echt niet zo wanhopig als ik vaak word neergezet. Ik benadruk alleen altijd dat ik televisie maken leuk vind.”

The Masked Singer

Laatst kreeg Henny nog wel een aanbieding van RTL 4. “Natuurlijk zap ik regelmatig langs programma’s waarvan ik denk: dat zou ik ook wel willen. The Masked Singer bijvoorbeeld. Ze hebben me wel benaderd om in zo’n kostuum te zitten, maar dat doe ik niet. Ik bedoel de jury.”

De tv-bazen laten Henny er niet in, zelfs de baas van seniorenomroep MAX niet. “Jan Slagter zei ooit over mij: ‘Henny wil te graag.’ Nou ja, zeg. Mijn dochter en schoonzoon hebben een restaurant, ik heb nog nooit iemand over de kok horen zeggen: hij wil te graag.”

Jan houdt zijn poot echter stijf. “Wij zijn geen werkverschaffingsbureau”, zei hij ooit.